Bij besluit van 29 mei 1826, nummer 27, werd door Koning Willem I de opheffing van de Artillerie- en Genieschool te Delft en de oprichting van de Koninklijke Militaire Academie te Breda gelast. Hoewel de kadetten reeds op 20 november 1828 op de Academie aankwamen, wordt toch de 24ste november van dat jaar aangemerkt als de geboortedag, omdat toen de Academie werd ingewijd door prins Frederik, de tweede zoon van Willem I. Deze algemene militaire onderwij sdateringen sporen met de verhuizing van Van Kerkwijk. (Op internet is hij trouwens vooral te vinden als in 1857 door Willem III benoemd lid van de commissie voor een koloniaal militair invalidenhuis: bet werd Bronbeek in Arnhem van 1863.) Hij schreef heel wat, zijn boeken over vestingbouw worden hier maar niet eens expliciet vermeld. ('9 works in 12 publications in 3 languages and 38 library holdings' van de wereldwijde bibliotheekcatalogus is te bescheiden: exemplaren van DHC en Kadastermuseum mankeren daarin al... De andere zijn meestal ook niet te leen.4) De TUD-library lijkt van G.A. van Kerkwijk alleen een uitgave uit 1828 van Van Cleef te hebben, de 'Verhandeling over het waterpassen en het gebruik van den barometer, tot het meten van hoogten' (aanwezig in minimaal acht bibliotheken, ook bij de KMA). ...en zijn Geodesie Het boek van 587 pagina's, met 248 afbeeldingen, vele tabellen en achterin vijf uitklapbare litho's van AJ. Bogaerts te Breda, was bij verschijnen hèt Nederlandse geodetische standaardwerk.5 Pas na de dood van Van Kerkwijk kwam, in 1878, het boek Landmeten en waterpassen van Schols. Het boek Geodesie was voor meer dan alleen intern gebruik door KMA-kadetten: in vele nu digitale Nederlandse kranten van rond 1860 werd het 'herzien' aangeboden voor steeds vier gulden. In Indië, waar boekhandelaren er ook mee adverteerden, liep de prijs tot het dubbele op. (Curieus is nog dat in de Sumatrapost van 1901 een uitvinding van de flesjeswaterpas als plagiaat werd gezien, omdat de Fransman Blondat daar al in 1840 over publiceerde en Van Kerkwijk dat in zijn Geodesie met bronvermelding toelichtte.) Het boek kent twee hoofdafdelingen: 'Topographie' en 'Géomorphie'.Aan de tweede hoofdafdeling heeft men vroeger den naam van Géodesie gegeven, doch omdat dit woord meer de gansche wetenschap in haren geheelen omvang bevat, heeft men later aan deze hoofdafdeling der Géodesie, den naam van Géomorphie gegeven', aldus de inleiding. De werktuigen tot het meten van hoeken in de topografie zijn het meetkruis, het astrolabium (weinig meer gebruikt), de boussole, het planchet en met name de theodoliet. Een tekening geeft het instrument van F.W. Sims uit Londen. Ook de spiegelinstrumenten sextant, octant, spiegelkruis en reflector van Douglas komen aan de orde. Is de laatste al minder bekend, dat zal zeker gelden voor de diastimeter van dr. Romershausen en voor kathetograaph, beide afstandsmeters. Twee 'waterpas-linealen met luchtbelbuis en vizieren' zijn getekend naar instrumenten uit het KMA-magazijn. Dankzij Kraijenhoff kan men (alleen) langs de voornaamste rivieren peilmerken voor het AP vinden. Een hoofdstuk over kaarttekenen kent bijlagen met schaduweringen, symbolen, lettertypes en dergelijke, deels in kleur. In de tweede hoofdafdeling worden ook heel wat kaartprojecties behandeld. In dit tijdschrift zijn eerder de titelpagina en afb. 148 uit de tweede hoofdafdeling van de derde druk afgebeeld.6 De laatste betrof Borda's cirkel met het korte pootje. De zinsnede "Dit wijst erop dat de landmachttopografen lang - een halve eeuw - met hun vertrouwde Bordacirkel 91 4 www.worldcat.org 5 Onder het vele werk van deze lithograaf Bogaerts dat intussen op internet staat bevinden zich ook topografische kaarten. 6 Jeroen Mohrmann, 19e eeuwse 'droge' en 'natte' reflectie-instrumenten, in: DHC 2007-2, p. 73 e.v.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2012 | | pagina 9