die of enkel of in een cirkelsegment - met soms tot wel 36 prisma's - boven de infrarode bron geplaatst werden.10 Software werd geschreven op een Hewlett Packard HP9835 en PDP 11 (Programmable Data Processor 11computer om de data van de AGA/Minilir te vertalen in 3D posities. Op de Ostrea en Macoma werden alle data door een PDP 11/34 computer ingewonnen, berekend en gepresenteerd. Er werden ook testen of afzonderlijke metingen gedaan met de Minilir, waar de kleinere HP9835 zich beter voor leende. Het PDP11 systeem was gebouwd door het survey-bedrijf Intersite. Naast de timing tussen de AGA en de Minilir was er ook nog de timing binnen de Minilir zelf om rekening mee te houden. De horizontale en verticale hoeken worden niet gelijkertijd naar de computer verstuurd, maar om en om met een interval van een tiende seconde. Op deze manier komen per seconde 5 horizontale en 5 verticale hoeken uit het instrument. Daarnaast verstuurde de AGA afstanden met een frequentie van 2,5Hz. De AGA 112 had echter een groot nadeel: elke 42 seconden stopte het instrument 3 seconden met meten eerst tot z'n recht komen tijdens de bouw van de Oosterscheldekering. Om als theodoliet gebruikt te kunnen worden werd de Minilir voorzien van nieuwe, nauwkeuriger coïncidentieniveaus en een EDM. Als niveau werd gekozen voor de GFL 1 van de firma Wild Heerbrugg, bekend van haar theodolieten.9 Bij de EDM viel de keuze op de Geodimeter AGA 112. Waar de keuze voor de niveaus vrij eenvoudig was, was die voor de EDM een stuk lastiger. Een niveau wordt statisch gebruikt en hoeft dan slechts de primaire as van het instrument nauwkeurig te stellen. De EDM daarentegen wordt dynamisch gebruikt en moet meer dan alleen de afstand nauwkeurig kunnen meten, aangezien bij dynamische metingen de timing een rol gaat spelen. Om verlies van nauwkeurigheid te voorkomen, dient de relatie in tijd tussen afstand- en hoekmeting constant te zijn, zodat bekend is welke afstand bij welke stand van de Minilir hoorde. Meerdere EDM's werden getest, waaruit uiteindelijk de AGA 112 werd gekozen. De combinatie zou bekend worden als de AGA/Minilir. Als reflector werd gekozen voor standaard prisma's van Wild Heerbrugg, 143 DeAGA/Minilir-combinatie en twee GFL I's (onder aan te weerszijde van de hoek, collectie A.P.M. Pieters) Prototype richtmerk met onderin drie halogeen lampen en bovenop 10prisma's (foto N. de Hilster) 9 De informatie betreffende de modificaties en nauwkeurigheden van de Minilir, de Fennel en het coïncidentieniveau komen uit een interne memo van de afdeling MD/GAM: A.P.M. Pieters, Nauwkeurigheid Minilir, (Delft, 1995). 10 Th.W. Polet, 'Golfoorlog in Oosterschelde', in: Electronica 84/15-16, 17 augustus, (Deventer, 1984), p. 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2012 | | pagina 13