'Een meting over ijs bestond waarschijnlijk alleen uit een veelhoeksmeting. Of er ook dwars over een meer gemeten werd is niet bekend.' Voor eventueel meten per schaats geldt dat dus nog meer... Uit haar hoofdtekst: 'Als een gelegenheid zich voordoet wordt een meer bij voorkeur over het ijs gemeten. De resultaten van zo'n meting, die met meetkettingen wordt uitgevoerd, zijn veel nauwkeuriger dan wanneer de landmeters op de wallekant aangewezen zijn op de methode van de voorwaartse insnijding. Voor zo'n meting komen dan vele landmeters bijeen. De Beemster is bijvoorbeeld in 1611 door vijf landmeters op het ijs gemeten, de Purmer in 1620 door acht, en op het ijs van de Wormer zijn in 1626, toen hij al bijna droog was, nog vier landmeters aan het meten geweest om een zo exact mogelijke kaart te kunnen maken.' Van Gerrit Dirksz Langedijk en Augustijn Bas is expliciet vermeld, dat zij op het Beemster-ijs aan het meten zijn geweest. 'Van de andere landmeters die in 1611 in de boeken voorkomen is het aannemelijk dat ze ook aan die meting hebben meegedaan. Het gaat om: Lucas Jansz Sinck, Jan Pietersz Dou en Gerrit Pietersz van Schagen, een landmeter uit Alkmaar. Dit zou betekenen dat de meting over het ijs maar door vijf landmeters is uitgevoerd. Maar niet de minste. Sinck en Dou zijn natuurlijk 'here-landmeters' aldus de catalogus. Unieke aanwinst voor kaartencollectie In de loop van 1988 zocht mevrouw Van Santen uit Gorssel contact met de afdeling Archieven van Rijnland om de al sinds de 19de eeuw in familiebezit zijnde atlas van 1687 voor onbepaalde tijd in bruikleen aan te bieden. Haar veronderstelling dat er iets bijzonders in schuilging, bleek juist. Met behulp van twee notitieboekjes van de sedert 1731 dienstdoende landmeter Melchior Bolstra kon vrijwel zeker worden vastgesteld dat de op diverse kaarten aangebrachte bewerkingen van zijn hand waren. Het gaat in verband daarmee onder andere om de weergave van perceelnummers in de droog te maken polder Vierambacht. In het bijzonder het woord 'ooverschietende', onmiskenbaar in het handschrift van Bolstra, biedt houvast. Destijds is in het bruikleencontract een clausule met het recht op eerste koop voor Rijnland opgenomen. Met het overlijden van mevrouw Van Santen werd dit recht actueel. 'In aangename sfeer is met de nazaten tot een wederzijds bevredigende overeenstemming gekomen', aldus de website van Rijnland en dan zal het wel waar zijn. 154 De twee notitieboekjes van Bolstra op het kaartbladA-4382 uit de verworven atlas van 1687. Linksboven: uitsnede van kaartblad A-4382; in detail de kavels en het woord 'ooverschietende' (rechtsonder/verticaal). Rechtsboven: detail uit het notitieboekje met het woord 'ooverschietende' (www.rijnland.net, dec. 2009) Gemaal Bolstra (www.quai.nl)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2012 | | pagina 24