t
—frjüri
voorziening om het instrument nauwkeurig
horizontaal te stellen (ibid: 73). In een oor
spronkelijke beschrijving van het instrument is
te lezen dat de rand met de twee te meten
objecten opgelijnd werd en dat dus geen
horizontale, maar sferische metingen verricht
werden (ibid: 73).
Verder tonen de reconstructies aan dat het
scharnierpunt van het instrument zich ruim
schoots onder de rand bevond (ibid: 83-84).
Om van verticale naar horizontale metingen
over te gaan, diende het instrument rond dit
scharnierpunt gekanteld te worden. Door deze
kanteling zijn de metingen niet meer ge
correleerd, ze worden immers vanuit een andere
ruimtelijke positie gemeten. Lewis schrijft dan
ook dat het om deze reden niet gerechtvaardigd
is Hero's dioptra een theodoliet te noemen (ibid:
87). Uiteraard zal dit bij grote afstanden en
gezien de nauwkeurigheid van het instrument
over het algemeen geen significante fouten in de
meting opgeleverd hebben, maar het principe
verschilt duidelijk met dat van de theodoliet.
Toch heeft ook de dioptra haar opvolger in de
vroegmoderne tijd. Aan het eind van de 18de
eeuw ontwikkelde Etienne Lenoir de
repetitiecirkel, die Jean-Charles de Borda, van
wie Lenoir destijds een assistent was, tot de
Bordacirkel zou ontwikkelen (het instrument
waarmee Jean Baptiste Joseph Delambre en
Pierre Méchain later de lengte van de meter
zouden bepalen). Overeenkomstig met de
dioptra meet het instrument horizontale en
sferische richtingen en verticale hoeken. De
verschillen zitten onder andere in de repetitie
meting, de buisniveaus en het gebruik van
telescopen in plaats van de alidade. Het is echter
niet bekend of Lenoir en/of Borda bekend
waren met de dioptra en hierdoor beïnvloed
zijn geweest.
Franstalige leerboeken, zoals die van J.-E
Salneuve Cours de Topographie et de Géodésie
fait a I'éeole d'application du Corps royal
d'Etat-Major, (Parijs, 1841)) en L.-B. Francoeur
Géodésie ou Traité de la Figure de la Terre et
de ses Parties, (Parijs, 1855)) tonen de Borda
cirkel naast de theodoliet en maken in de tekst
duidelijk onderscheid tussen de twee
instrumenten.
Concluderend kunnen we stellen dat de dioptra
wellicht heeft bijgedragen aan de ontwikkeling
van de theodoliet, maar door zijn constructie en
methode geen theodoliet is. In plaats daarvan
evolueerde de dioptra - al dan niet bewust - in
de vroegmoderne tijd tot de repetitie-cirkel van
Borda. De vroegste beschrijving van de
theodoliet blijft hiermee op 1512 staan.
Reactie
In de vakliteratuur is Hero uit Alexandrië, met zijn theodoliet/dioptra, alom terug te vinden
als de oprichter van een ingenieursschool te Alexandrië. Hero kon, met de vaste sterren als
meetbasis, ruimtelijk denken en rekenen. Vele boeken over Romeinse, Griekse en Byzantijnse
survey's maken het ongeloofwaardig dat in Hero's tijd zónder theodoliet havens, vestingwerken,
(vuur)torens, rioolstelsels, tunnels, aquaducten en zelfs een compleet wegennetwerk rondom
de gehele Middellandse Zee gebouwd zouden worden.
138
Ti»*-*.,
De Borda repetitiecirkel volgens Francoeur (1855),
collectie van de auteur
Jeroen Mohrmann