gemeenten Bruinisse, Clinge, Nieuwerkerk, Oosterland en Ouwerkerk en de Noord- Hollandse gemeente Zuid- en Noordschermer komen gereed. Zij zijn aanwezig in het Kadastermuseum. 1818 Bij Koninklijk besluit van 5 februari worden de wetten en instructies inzake het Kadaster die in de zuidelijke provincies van kracht waren, ook voor de noordelijke provincies van toepassing verklaard. De eerste uitgave verschijnt van de "Verzameling van Circulaires en Algemeene Instructiën van het Hoofdbestuur van de Registratie enz.". Deze zogenoemde circulaires bevatten talloze beslissingen inzake het Kadaster. 1819 Per 1 augustus wordt het toezicht op het Kadaster opgedragen aan de Directeur- Generaal der directe belastingen en posterijen, J.W. Dedel. 1820 Bij Koninklijk Besluit van 12 februari, no. 19, worden voor de reis- en verblijfkosten gerangschikt: in de vierde klasse: de Hoofd-Inspecteur voor het kadaster in de noordelijke provinciën 2,50 per uur afstands- en 6,- verblijfkosten per dag); in de vijfde klasse: de Ingenieurs- Verificateur van het kadaster 2,- resp. 5,-); in de achtste klasse: de Landmeters bij het kadaster 1,- resp. 3,-). 17 1817: kaartje uit proces-verbaal van grensbepaling van Bruinisse

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2013 | | pagina 19