1821 Per 1 januari wordt het beheer en toezicht over het kadaster opgedragen aan de Minister van Staat, belast met de generale directie der ontvangsten, J.H. Appelius. 1822 De directeur der Registratie en Domeinen in de provincie Zuid-Holland, R.A. Salis, bepaalt op 29 juni dat de Verificateur Van Gennep het kantoor der hypotheken te 's-Gravenhage zal verifiëren. Op 31 december wordt inspecteur l'Abée verzocht het kantoor der hypotheken te Rotterdam te verifiëren. Bij resolutie van 18 november, no. 8, bepaalt de Minister hoe moet worden omgegaan met de in de kadastrale legger te vermelden belastbaarheid voor de grondbelasting van vinkebanen, watermolens, dijken, particuliere wegen en bomen waarmee de wegen beplant zijn. 1823 Per 1 januari wordt aan de directeurs der directe belastingen in de provincies, die belast zijn met het beheer en het toezicht op het Kadaster in de provincies, één inspecteur en één ingenieur-verificateur toegevoegd. Op 30 september bepaalt de directeur der Registratie en Domeinen in de provincie Zuid-Holland "dat de hypotheekbewaarders gene inschrijvingen in de Fransche taal kunnen doen, dan in de gewesten waar Zijner Majesteits bovengemelde besluiten buiten werking zijn". 1824 Per 1 april berust het beheer en toezicht over het Kadaster bij "den Raad der ontvangsten", wiens lid D. Hanegraaff speciaal daarmee wordt belast. 1825 Het "speciaal bureau van het kadaster" in iedere provincie wordt gevestigd in een lokaal van het gebouw waarin het provinciaal gouvernement zetelt. In dat lokaal moeten ook de plans en de archieven van het kadaster worden gedeponeerd. "ten einde ze gedurende des inspecteurs rondreizen van wege het gouvernement te kunnen gadeslaan". (Koninklijk besluit van 19 december). Het Koninklijk besluit van 21 december, no. 149, beveelt spoed bij de metingen, die eind 1828 klaar moeten zijn. (Het werd eind 1832!). 1826 Per 1 januari wordt het bestuur van het Kadaster gebracht onder het hoofdbestuur van de registratie en de loterijen, een voorbereidende maatregel voor de vereniging van het kadaster en de bewaringen van de hypotheken. J.P.E. Gericke wordt Staatsraad, Administrateur van de registratie, het kadaster en de loterijen. Het toezicht op de landmetingen wordt opgedragen aan de Hoofdinspecteur J.A. Lipkens, destijds Ingenieur-Verificateur van het Kadaster in Luxemburg. Op 21 februari verschijnt een instructie ter bespoediging van de kadastrale schattingen. Per 15 maart wordt voor de provincie Drenthe een ingenieur-verificateur, tevens inspecteur, van het kadaster benoemd (Drenthe ressorteerde eerst onder Groningen). 1827 Om de landmeters aan te sporen goed en vlug te werken aan de kadastrering, stelt circulaire nr. 353 in het vooruitzicht dat de meest verdienstelijken onder hen in aanmerking komen voor bezoldigde landmeters ter instandhouding van het Kadaster. Er verschijnt een aanschrijving om niet nodeloos percelen te vormen (de landmeters werden betaald per gevormd perceel!). Boerderijen blijken soms ten onrechte uit zes of meer percelen te bestaan. 1828 Men dacht in dat jaar gereed te kunnen zijn met de kadastrering. Daarom werden bij Koninklijk besluit van 1 augustus, Stb. 52, voorbereidende bepalingen vastgesteld voor de invoering van het nieuwe stelsel van openbare registers. Door vertraging is dat Koninklijk 18

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2013 | | pagina 20