13
meting nodig hebben, vóór dat definitieve
bijwerking van de registers en kaarten
kan plaatsvinden. Periodiek verstrekt
de bewaarder deze opgaven aan de
landmeter, die ze op zijn rondreis afdoet.
De meetresultaten worden aangetekend in
het register letter Q. Veranderingen die niet
tot meting leiden, worden geboekt in het
register letter R.
1836
De alfabetische tafel der hypothecaire
schuldeisers wordt per 1 april buiten
werking gesteld, wegens overbodigheid.
Als een schip nog niet van een brandmerk
is voorzien, mag de bewaarder de in- en
overgeschreven stukken niet teruggeven aan
de aanbieder (bevestigd bij vonnis van de
rechtbank te Arnhem van 22 juni 1893).
De ambtenaren van het Kadaster is
het uitdrukkelijk verboden om zonder
voorafgaande machtiging van de Minister,
onder welk voorwendsel of en behoeve van
wie ook, kadastrale kaarten te vervaardigen
of tot de uitgifte of verspreiding daarvan de
behulpzame hand te bieden (resolutie van 8
oktober, no. 86 DB).
Gemeentebesturen kunnen hun kadastrale
kaarten laten bijwerken door een landmeter
van het Kadaster, tegen betaling aan de
landmeter persoonlijk.
1837
Bij het doorhalen van een perceel in de
kadastrale legger moet de reden daarvan
worden vermeld.
1838
Door de inwerkingtreding van het
Burgerlijk Wetboek per 1 oktober moet
in de hypothecaire boekhouding rekening
worden gehouden met de kadastrale
indeling. Daartoe wordt het Koninklijk
besluit van 1 augustus 1828 aangevuld bij
Koninklijk besluit van 8 augustus 1838
en ingevoerd. In iedere hoofdplaats van
een rechterlijk arrondissement wordt een
kantoor van bewaring van de hypotheken
en het kadaster ingesteld. Als het kantoor
in een benedenvertrek is gevestigd, moeten
de ramen zijn voorzien van goed sluitende
luiken of blinden. De bewaarders moeten
's Rijks gelden bewaren in goed gesloten
kisten of kasten en nachtverblijf houden
in het vertrek waar die aanwezig zijn. Dat
nachtverblijf mag ook gebeuren door "een
vertrouwd manspersoon".
Begonnen wordt met de opzet en bijhouding
van de scheepsboekhouding.
1839
De circulaire van 27 maart bepaalt dat tijdens
de kantooruren steeds een landmeter op het
kantoor aanwezig moet zijn.
De bewaringen van het kadaster worden
per 1 april opgeheven en verenigd met de
bewaringen van de hypotheken. De Minister
van Financiën krijgt echter de gelegenheid
om de samenvoeging "zonder overijling"
voor te bereiden. De verschillen tussen beide
organisaties zijn echter nog steeds niet geheel
verdwenen. De bewaarders der hypotheken
gaan "bewaarders van de hypotheken en
het kadaster" heten. Per provincie, of voor
meer provincies samen, wordt een ingenieur
verificateur belast met het toezicht op
de metingen. De provinciale bewaringen
(bijhouding van minuutplans, tafels, leggers,
verzamelingsleggers) blijven bestaan. Deze
doublure werkte alleen maar belemmerend.