Geodesie in de filatelie (deel 2)'
Geodesie komt voor op en in postzegels, brief
kaarten, enveloppen, frankeerstempels en
gelegenheidsstempels; in het kort: postwaarde-
stukken. Opnieuw een bijdrage ter zake, als een
quick scan van het vakgebied, nu aan de hand
van postzegels, frankeerstempels en
gelegenheidsstempels.
Al van voor onze jaartelling
Sinds de mens zelf behuizing bouwde werden
metingen verricht, maar structurele toepassing
van het meten had betrekking op belasting
heffing. In Babylonië, China en Egypte werden
metingen verricht van perceeloppervlakten. Hier
werd dan naar ratio belasting over betaald,
meestal in natura. Later, in de derde eeuw voor
Christus, was het een Griekse wiskundige,
Euclides, die zijn werk "Elementen" beschreef.
Dit werk is tegenwoordig nog altijd de grondslag
van onze meetkundige leerboeken.
Maar bekender, nu nog, is Pythagoras. De
stelling van Pythagoras is waarschijnlijk de
bekendste stelling in de wiskunde: a2 b2 c2.
Belangrijker echter nog dan de kennis van de
stelling was het leveren van een bewijs daarvoor.
Hierin waren de Grieken de eersten.
Het is niet overdreven te stellen, dat de civiele
en militaire landmeters van de Romeinen samen
met hun bouwkundige collega's onmisbaar
waren bij de systematische uitbreiding van het
Romeinse Rijk en de ordelijke verdeling van het
land in dat rijk.
Bij de bouw van legerplaatsen en nieuwe steden
was landmeetkundig werk van fundamenteel be
lang, het grondbelastingsysteem maakte een
goede eigendomsregistratie en opmeting nood
zakelijk. De toedeling van land aan oud-strijders
in veroverde gebieden toont hun grote vaardig
heden in de landmeetkunde en tevens
afstandsmeting.
Geheel onafhankelijk daarvan vond in het oude
China de geleerde Zhang Heng de trommel
wagen uit. Het principe was hetzelfde alleen
werden hier, in plaats van steentjes die werden
geteld in de hodometer, de omwentelingen van
de wagenas geteld door de slagen op de
trommel te tellen.
Adam Friedrich Zümer (1679-1742), Duits
pastoor en cartograaf, kwam eeuwen later op
hetzelfde idee om afstanden te meten. Ziirner
had van het keurvorstendom Saksen de
opdracht gekregen om een nieuwe kaart te
maken van Saksen, met daarin verwerkt de
posttrajecten. Dit resulteerde in 1718 in de
"Neue Chursachsische Post-Charte". Om deze
opdracht te kunnen realiseren construeerde hij
een meetwagen.
Als resultaat van deze kaart werden vanaf 1721
stenen zuilen geplaatst, de zogenaamde
"kursachsischen Postmeilsaulen", in de
Saksische steden en langs de posttrajecten, met
daarop vermeld de onderlinge afstanden.
De Chinezen hadden meer ontdekkingen
gedaan. Al in de 4e eeuw voor Chr. beschreef
Chinese literatuur een fenomeen als
magnetisme. De eerste beschrijvingen van een
naald die door een magneet wordt aangetrokken
vindt men terug in "een (zeil)steen die een
naald aantrekt" van Lunheng (70-80 na Chr.).
Het kompas was uitgevonden. In de eeuwen
daarna ontwikkelde het instrument zich sterk.
Maakten de Chinezen vooral gebruik van een
kompas dat op water dreef, later werden door
de Europeanen zogenaamde droge kompassen
ontworpen en gebruikt. Aangezien veel
kompassen op zee werden gebruikt, werden er
kastjes omheen gemaakt: de boussoles. De
aarde heeft dus een magneetveld, waar de
kompasnaald zich op richt. Naar dit magneet
veld werd door diverse hydrografen onderzoek
24
Wim Meens
1 Deel 1 verscheen in nummer 2012-3.