Reacties In DHC 2012-4 zag ik onder het Historisch nieuws op p. 161 de bijdrage over de meet bandreiniger. In de vakliteratuur is dit een redelijk onbekend instrument. Het wordt toch behandeld in: H. van Dijk, Bouwnieten. Landmeten en waterpassen voor het m.t.o., Groningen 1971, p. 47/48. De tekst: 'Maak na gebruik de veer schoon met een lapje met zuurvrij vet of met een speciaal instrumentje dat om de band gelegd kan worden en tegelijk reinigt en ontvet (fig. 2.13). Zorg ervoor dat niemand op de band gaat staan, want hierdoor kunnen knikken ontstaan.' In de bijdrage "Herinneringen aan Rijnlands landmeter Bolstra" in DHC 2012-4 staat een hoofdstukje "Metingen op het ijs" geschreven. Gememoreerd werden metingen op het ijs van 1608, 1611 en 1620. Maar in die tijd, 1622 namelijk, werden ook door Snellius metingen verricht op het ijs en wel van ondergelopen weilanden rond Leiden. Die metingen van basissen waren het tweede vervolg van een serie metingen die in 1616 als eerste plaats vonden, in dit geval van een drietal basissen ten behoeve van een te nieten en te berekenen driehoeksnet tussen Alkmaar en Bergenop Zoom. Deze triangulatie had niet de doelstelling om een grondslag te leggen voor het maken van kaarten, maar om het berekenen van de omtrek van de aarde mogelijk te maken. In Haasbroek... 'Metingen op het ijs' is een fragment uit de bijdrage van Haasbroek uit het lustrumboek 'Snellius' 1955-1960, dat hierbij is afgedrukt.1 Hij schreef dat Snellius wel "op de hoogte was van de verschillende groottebepalingen van de omtrek van de aarde". Bij het artikel was een figuur 1 gevoegd, waar Haasbroek op schaal het basisnet van Snellius heeft weergegeven. Snellius beschreef in zijn "Eratosthenes Batavus De Terrae ambitus vera quantitate" van 1617 de uitkomsten van zijn metingen en berekeningen van de omtrek van de aarde en tevens dat 'terecht de resultaten van eerdere bepalingen als weinig betrouwbaar waren beschouwd'. ...en Van der Plaats Van der Plaats schreef in het eerste artikel van het tijdschrift van K&L van 1889 hier uitvoerig over. Een citaat: "Maar hij was de eerste die de trigoniometrische landmeetkunde in haren gehelen omvang op grooten schaal toepaste en dienstbaar maakte aan eene graadmeting" (ten behoeve van een nieuwe 43 Fig. 2.13. Reiniger voor stalen ineeh'eer Nicolas de Hilster Batavus" had gepubliceerd, heeft Snelijijs opnieuw een basosncl ge meten, thans over de ijslaag die de ondergelopen weilanden in de om geving van Leiden bedekte. Deze bases, bd, fo en km zijn eveneens in fig. 1 aangegeven. Speciaal bd ligt uitermate gunstig en daar ze met haar 475,0 roeden (ca 1789 m) (driemaal gemeten) [34] veel langer is dan tc *87,05 roeden) moet de bepaling van de lengte Leiden Zoeterwoudc uit deze basis (1097,10 roeden 4131,7 m) beter worden geacht dan het resultaat van de meting in 1615 (1092,33 roeden 4113,7 m). 'Ijzigetekst van Haasbroek 1 N.D. Haasbroek, Willebrord Snel van Royen - Zijn leven en zijn werken, in: Lustrumboek Snellius 1955-1960, Delft 1960

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2013 | | pagina 45