van de Minister van Financiën van 16 mei,
no. 15).
1886
Overgeschreven wordt een akte waarbij een
deel van een nalatenschap wordt verkocht
en overgedragen. Flet deel bevat roerende en
onroerende goederen. De koopprijs is niet
gesplitst. Het tarief voor de overschrijving
wordt berekend over de koopsom. De
desbetreffende bewaarder vraagt aan de
Minister of hij het tarief moet berekenen
over de in de akte vermelde (ongesplitste)
koopsom. De Minister bepaalt bij resolutie
van 19 januari, no. 39, dat de bewaarder de
koopsom voor de berekening van het tarief,
ambtshalve moet splitsen.
Na de hermeting van Harkstede (provincie
Groningen) worden 351 kennisgevingen aan
de rechthebbenden verzonden (aanwezig in
het Kadastermuseum).
1887
De werkzaamheden voor particulieren
worden vanaf nu als dienstwerk verricht; de
opbrengsten komen dus niet meer toe aan de
landmeter persoonlijk.
Een Staatscommissie adviseert het negatieve
stelsel van de openbare registers in stand
te houden, evenals de Staatscommissie van
1867 dat deed. Tot wetgeving leiden de
voorstellen van ook deze Staatscommissie
niet.
Het Koninklijk besluit van 11 maart, no.
11, bepaalt dat er maximaal 15 aspirant
landmeters mogen zijn.
1888
Het Koninklijk besluit van 28 januari, no.
9, bepaalt dat het jaarlijks traktement voor
maximaal 6 Ingenieurs-Verificateurs 3500 is
en voor de overigen f. 3200 voor elk.
1889
Bij resolutie van 10 april, circulaire no.
1092, geeft de Minister van Financiën een
instructie over de taak van de landmeter
van het Kadaster bij de vaststelling van de
eigendomsgrens van rivieren en de op te
maken overeenkomst tussen de Staat en de
oevereigenaren.
Het Koninklijk besluit van 26 juli, no.
26, benoemt A. W.E. Kwisthout, destijds
Ingenieur-Verificateur van het Kadaster te
Roermond, tot lid van de Rijkscommissie
voor graadmeting en waterpassing.
1890
Een hypotheekbewaarder verleende als
zekerheid voor het publiek, hypotheek op
zijn onroerende goederen. Uit de staat van
hypothecaire inschrijvingen bleek dat er geen
andere hypotheken openstaan, aangezien
de overige zijn doorgehaald. De Minister
vorderde dat een inspecteur zou onderzoeken
of bedoelde doorhalingen waren geschied
op verzoek van de daarop rechthebbenden
(missive van 12 februari, no. 28).
Van een perceel wordt een gedeelte
overgedragen. Het verkregen gedeelte wordt
met hypotheek bezwaard. Na opmeting en
vernummering van de perceelsgedeelten
wilde een andere koper van een gedeelte
een getuigschrift van hypothecaire
onbezwaardheid hebben om aan de bank
over te leggen in verband met een gewenste
hypothecaire lening. De bewaarder
weigerde dit te verstrekken omdat in het
percelenregister Hypotheken nr. 69a achter
alle nieuwe percelen naar eerstvermelde
hypothecaire inschrijving is verwezen. De
Minister keurde dit af omdat de bewaarder,
gelet op de artikelen 1265 en 1268 B.W. op
alle kadastrale en hypothecaire bescheiden
moet acht slaan en niet slechts op het
register Hypotheken nr. 69a (resoluties van
25 februari en 22 maart, nos 38 en 12).
Een notaris laat een hypotheek per ongeluk
tweemaal inschrijven. Hij vraagt het ten
tweeden male geheven recht terug. De
Minister weigert dat bij resolutie van 3
september, no. 18.
Bij ecu brand te Assen is het geheele
archief van het kantoor der hypotheken en
vun het kadaster in gevaar geweest. De doch
ter van den bewaarder ontdekte nog bijtijds
het gevaar en maakte alarm, waardoor ailcs
nog gered kon worden,
69
Kantoorhouden thuis door de bewaarder had ook
voordelen: Sluisch Weekblad, 02/06/1876