1891
Bij Koninklijk besluit van 4 april wordt
bepaald dat aan de kantoren van de hypotheken
en het kadaster ook boekhouders kunnen
worden te werk gesteld. Zij zijn, onder leiding
van de bewaarder, verantwoordelijk voor
de kadastrale boekhouding. Ook kunnen
50 tekenaars worden aangesteld, tegen een
jaarlijks loon van 550 tot 1200. Het
jaarlijks traktement van de boekhouders is
900 tot/. 1500.
1892
De Minister verbiedt de hypotheekbewaarders
om borderellen (zakelijke uittreksels uit
de hypotheekakte) in te schrijven die geen
vermelding van de rechtstitel bevatten.
De rechtstitel is de notariële akte van
hypotheekverlening. De redenering hierbij is
dat artikel 1268 B.W. de bewaarders weliswaar
opdraagt hypothecaire rechten in te schrijven,
doch volgens de Minister is er geen sprake
van een hypothecair recht als de akte niet
in de borderellen is vermeld (brief van de
Minister van Financiën van 26 januari, no. 6,
in overeenstemming met het gevoelen van de
Minister van Justitie).
1893
Bij Koninklijk besluit van 8 mei, no. 20, wordt
het ontvangloon van de bewaarders van de
hypotheken en het kadaster voor de ontvangst
voor zegel- en hypotheekrechten aan een
minimum gebonden.
1894
Om de gemeentebesturen enigszins tegemoet
te komen in de kosten van vernieuwing der
kadastrale stukken tot hun archief behorende,
wordt het materieel voor de nieuwe registers
in het vervolg kosteloos verstrekt (brief van
9 februari, no. 72).
70
Uirottnttiui BisttiUtriittö.
OMJICO
ElUINAAHti DKUZKI.re-
ftf? v/v
SftrH
irr
têijiurii At
Algemeen Register be\'atte vóór 1879 ook de hypotheken