het privédomein vinden behoren. Er zou verder geëxperimenteerd worden met wandjes. De bij de opening nog te tekenen overeenkomst zou voor vier jaar zijn en daarin voorzag De Jonge de Kadasterbalie net als de hele studiezaal wat minder bezoekers trekken vanwege stijgend internetgebruik. (De Kadasterviewer staat nu nog op wat heet een stand-alonecomputer, maar die heeft wel een kabel naar de buren.) Overigens stéég de laatste tijd in Groningen zowel studiezaal- als internetgebruik! Samenwerken was voor deze RHC-directeur echter meer dan de fysieke balie. Dank was er voor de kadastrale projectleider Rob Kamer. Kadastrale onderzoeker Over een ruimtelijk-historisch onderzoek sprak de gepensioneerde stedenbouwkundige Ad J. van Liempt uit Den Bosch. (Die anti- feodale naamsvariant was zijn keus.) Zijn boek 'Wonen in Dammen en Mijnen' over arbeiderswoningbouw in Waalwijk vóór de Woningwet van 1901 verscheen intussen in mei (zie www.pisatel.nl). Vóór 1900 werden er in Waalwijk ruim 600 arbeidershuisjes gebouwd. Op een enkele na waren ze voor 1970 verdwenen. Ze stonden achter de grote huizen aan de straat en waren te bereiken via smalle stegen, die dammen of mijnen werden genoemd. 'Niet de fabrikanten, maar middenstanders bouwden de huisjes; ze bebouwden hun tuinen met huisjes in plaats van met sla', zo ontdekte Van Liempt, die daar als oud-Waalwijker toch van opkeek. Waar ze precies stonden, wanneer en door wie ze werden gebouwd, was een onderzoek waar kadastrale informatie onmisbaar voor was. Deze onderzoeker vroeg en kreeg daarvoor alle hulp, mocht zelfs het INKA-programma gebruiken. De Schattingskaart 1886 was naast het minuutplan een topper. Enorme potenties zag hij ook voor andere onderzoeken nu het dankzij de viewer voor een ieder goed per perceel schakelbaar wordt tussen digilegger, hulpkaart en veldwerken. Een applaus was in een volle hal zijn deel. 200jaar Kadasterarchieven Conservator Zacharias Klaasse van het Kadastermuseum zou volgens de convocatie spreken over 'De geschiedenis van het Kadaster'. Hij veranderde dat in 'Wel en wee van 200 jaar Kadasterarchieven' en dat maatwerk paste beter. Hij startte met het wee en dat bleef ook het meeste. Stukken van 1811-1838 werden (behalve in Zwolle en Amsterdam) ooit overgebracht naar de Rijksarchieven. Historisch gezien leuk, maar volgens Klaasse was dat te vroeg, omdat ze rechtens nog steeds relevant konden zijn. De 'tweede wee' leek hem dat sinds de invoering van het Kadaster volmaakt overbodige registers van 1838-1928 daar werden gekoesterd. Pas een bezuinigingsinspecteur anno 1928 schrapte dat overbodige werk en ze werden recent aan de RHC's afgestaan. Een wee met toch positieve gevolgen was de verbranding van de Kadastervestigingen in Middelburg in 1940 en Nijmegen in 1944. Er werd daardoor een eind gemaakt aan het 'overschrijven', voortaan inleveren van tweede exemplaren door notarissen werd vereist en het gaf de stoot tot vernieuwing van hypotheekregisters. In 1970 werden de Zeeuwse van voor 1948 naar het rijksarchief in die provincie (nu RHC) gedaan, waar de archivaris ze verbrandde en twee exemplaren aan Klaasse gaf met een A4 met 'die twee nooit weggooien'. Opruimwoede van door Klaasse verfoeide Kadasterlandmeters zorgde er verder voor dat na hermeten van Den Bosch alle minuutplans werden vernietigd. Die gemeente liet toen op grond van de hulpkaarten deze later reconstrueren en Klaasse snapte niet dat de rekening daarvoor niet naar het Kadaster werd gestuurd. Opruimwoede was er ook bij de rijksarchieven in de provincies: obligaties (hypotheken) van voor 1838 gingen de container in. Klaasse liet onlangs de op bezoek zijnde RHC-directeuren zien wat hij ervan redde. Het laatste wee was de ruzie tussen Rijksarchief en Kadaster. Die brak los toen na de Archiefwet 1968 eerst alles ouder dan 50 jaar moest worden overgedragen. Met een pet van toen op zei Klaasse 'dan maar met de 4000 mensen erbij', omdat bij het Kadaster elk stuk actueel bleef, maar dat ging niet door. Wel tekende minister Hans Gruijters van VROM een concept van Klaasse en die brief ging naar de minister van CRM, de baas van het Rijksarchief: het Kadaster had uitstel van overbrenging nodig. Twee jaar later kwam de toestemming ervoor. (Deze invalshoek is 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2013 | | pagina 27