men al bij de oudste 'theodolietachtigen' de afbeelding van de zodiac, met de Poolster als referentie, omdat anders geen astronomische tijd te bepalen was. (Zie de afbeelding.) Thans worden er nog steeds proefschriften en vaktijdschriften vol geschreven over de Middeleeuwse sterrentafels; de nauwkeurigheid ervan, het gebruik van sterren en instrumenten, de door opstellers/astronomen gebruikte astronomie en wiskunde en waar en wanneer deze manuscripten in de diverse talen (over)geschreven zijn. Met andere woorden: het denken over Middeleeuwse sterrentafels is nog lang niet afgerond en er is nog alle ruimte voor vernieuwend onderzoek. Een complicerende factor bij het zoeken naar theodolietachtigen is dat er slechts door weinig schrijvers verbanden gelegd worden tussen de al duizenden jaren door astronomen beschreven heldere, vaste sterren, gevisualiseerd door de zodiac/de dierenriem, en de metingen zoals die in het veld en op zee al zeker vanaf de eerste zee-/portolaankaarten (ca 1270) nu al zeven eeuwen uitgevoerd worden. Een tweede factor die het onderzoek naar Middeleeuwse hoekmeetinstrumenten lastig maakt, is het totale gemis aan standaardisatie. Iedere instrumentmaker/uitvinder gaf een naam die hem op dat moment, binnen zijn eigen kenniskader, gepast leek. Enige voorbeelden zijn het zogeheten "Türkengerat" uit 1284 en de diverse varianten hierop. Gelukkig is er ook goed nieuws: met het intensieve onderzoek naar de oorsprong van onze astronomie en wiskunde is er een ware stroom van moderne vertalingen van (zeer) oude manuscripten ontstaan. Als voorbeeld wil ik hier wijzen op de vele manuscripten van de Griekse ingenieur, onder meer uitvinder van de stoommachine, Hero uit Alexandrië (10-85 na Chr.). Uit de /J/o/V/'a-Ycrtaling blijkt dat Hero samen met zijn "dioptra/theodoliet" (zie afb. DHC 2012-4 p. 137) een nivelleringsinstrument gebruikte en dat hij al over een tangentiaalschroef beschikte voor de fijnmeting van de door hem gemeten hoeken. Slot Tot slot nog een opmerking over handboeken die Middeleeuwse meetinstrumenten beschrijven. Een factor om rekening mee te houden is, dat Britten en Amerikanen zelden Frans- of Duitstalige manuscripten, aanvullende bronnen of handboeken naslaan en in hun publicaties verwerken. Als concreet voorbeeld hier een, voor de Nederlandse geodeten/hydrografen belangrijk handboek: Ernst Zinner, Deutsche und Niederlandische astronomische Instrumente des 11.-18. Jahrhunderts, tweede, herziene druk 1967. In DHC-digitaal is de astronoom Ernst Zinner (1886-1970), met 394 publicaties over de historie van de astronomie op zijn naam, slechts eenmaal, bij H.C. Pouls in Geodesia 01-09-1979 p. 294-304, als noot 13 met de eerste ed. 1956, te vinden. Opvallend is dat ook door Ernst Zinner, in zijn publicaties over survey-instrumenten, geen verband gelegd werd naar de astronomische plaatsbepaling als basis voor de constructie van zeekaarten. In deze "verkenning" belicht ik het door Zinner beschreven "Türkengerat" uit 1284, omdat dit instrument al geschikt was voor de tijd- en de hoekmetingen. Daarna, door de hele Middeleeuwen heen, is dit instrument in vele varianten onder diverse namen terug te vinden. Een prettige bijkomstigheid is dat we, als we vervolgens in detail opnieuw naar de Hero's dioptra/theodoliet kijken, al een aantal kenmerken kunnen onderscheiden die al eeuwen vóór de uitvinding van de telescoop (ca. 1600 de basis vormden voor de allengs nauwkeuriger wordende astronomische plaatsbepalingen. Conclusies: 1Al vanaf oudste zee-/portolaankaarten, ca. 1270 de Carta Pisana, worden de vakken astronomie en wiskunde op het hoogste universitaire niveau beoefend en toegepast om steeds nauwkeuriger zeekaarten te construeren. 2. Een eerste verkenning geeft al een aantal Middeleeuwse theodolietachtigen die technisch gezien aansluiten op de dioptra van Hero uit Alexandrië (eerste eeuw na Chr.) en definitief de weg openden voor een steeds nauwkeuriger meting van de astronomische tijd en de berekening van geografische posities. 100 Jeroen Mohrmann

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2013 | | pagina 50