Via Delft en Kootwijk een gesloten EDM-kring De meting Kester-Delft werd in 1970 en 1971 uitgevoerd.11 Twee van de direct betrokkenen rapporteerden enkele jaren later over de voort gang en de uitkomsten.12 Toen de aftakking - via Hulst, Kloetinge, Zierikzee, Goedereede en Monster - Delft bereikte had de Werkgroep Satellietgeodesie het station Wippolder intussen verruild voor Ypenburg, maar de aanvankelijk gebruikte equatoriale montering voor de satellietcamera was op Wippolder nog aanwezig, zodat het vaste snijpunt van de pool en declinatieassen aldaar landmeetkundig kon worden verbonden aan dat van de nieuwe montering op Ypenburg; een ingewikkelde operatie, waarbij gebruik werd gemaakt van een excentrisch hulppunt bij station Ypenburg en opstellingen op de watertoren van Rijswijk en het Geodesiegebouw aan de Kanaalweg in Delft, beide bestaande RD-punten. Afsluitend werd Rijswijk nog als laplacepunt bepaald, evenals RD-punt (op graansilo) Axelse Sassing, met behulp van de theodoliet Kern DKM-3A (fabrieksnummer 134824) van de TH. Inmiddels bereidde de Werkgroep Satelliet geodesie zich voor op de verhuizing naar haar definitieve onderkomen - het Observatorium voor Satellietgeodesie (OSG) - bij Radio Kootwijk en kort nadat die in 1973 plaats had gevonden benaderde de RCG het Kadaster met het verzoek de aftakking Kester-Ypenburg via 'Kootwijk' door te trekken naar het Belgische primaire driehoekspunt Tongeren, oostelijk van Kester langs de Malvern-Graz-traverse gelegen.13 Hiermee zou een gesloten kring worden gevormd, met de mogelijkheid van een betere controle op EDM-metingen, zoals van IAG-zijde was bepleit. Deze onderneming zou onderdeel kunnen zijn van een proefproject dat het Laboratorium voor Geodetische Reken techniek (LGR) van de Onderafdeling graag in nauwe samenwerking met de RD zou willen uitvoeren. Ter compensatie voor de gevraagde extra RD-inspanning zou het LGR met zijn rekenkundige expertise kunnen helpen bij de oplossing van problemen die het Kadaster in die tijd had met het primaire net in Noord- Holland.14 Nader overleg met het Kadaster had tot gevolg dat de RCG in haar in 1975 aan de IAG uitgebrachte verslag over de geodetische werkzaamheden in Nederland in de voorgaande jaren 1971-1974 melding kon maken van het plan om de aftakking Kester-Ypenburg door te trekken naar Tongeren.15 De uitvoering van dit plan werd aangepakt, want in 1975 werden voorbij Kootwijk de veelhoekszijden Oirschot- Luyksgestel, Luyksgestel-Peer en Peer- Tongeren genieten, en op Oss en Luyksgestel 57 Rijswijk (astro-pillur '70) Ypenburg (caincra-ax is p Ypenburg J (pok*71 Ypenburg (pok "71 cxc.) Geodetic Institute (pillar *71) Cornier satellite-station (pillar'71) eaniera-a.MS De aansluiting van de stations Wippolder en Ypenburg. (uit: Haarsma en Husti) 11 RCG/RD 1970-1972 12 M. Haarsma en G.J. Husti, The high precision traverse Kester-Delft, rapport te Delft aangeboden aan dr. R. Kube (München), september 1973. 13 Archief NCG, brief nr. 8937, 1/2-1974 RCG aan het Kadaster 14 Archief NCG, verslag vergadering 25/2-1974 15 Geodetic work in The Netherlands 1971-1974, rapport aan IAG, 1975

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2013 | | pagina 7