200 jaar landelijke vastgoedregistratie 3 Zacharias Klaasse 1901 Het Koninklijk besluit van 18 februari, no. 32 regelt dat in rijksgebouwen waarin o.a. ambtenaren van het Kadaster zijn gehuisvest, conciërges en zonodig portiers kunnen worden aangesteld. 1902 Er verschijnt de "Handleiding voor de Technische werkzaamheden van kadastrale henne tingen". Op 12 december verzoekt de Minister aan de Ingenieurs-Verificateur zorgvuldig toe te zien dat geen onnodige vernummering van percelen plaatsvindt, met het oog op de hypothecaire boekhouding. 1903 Er mogen maximaal 60 tekenaars van het Kadaster zijn (Koninklijk besluit van 10 februari, no. 55) Tekenaars van het Kadaster van 5 5 j aar die het maximum van hun beloningsschaal nog niet hebben bereikt, worden op het maximum gebracht (Koninklijk besluit van 14 maart, no. 18). 1904 G.F. Stucki volgt Steenbergen op als inspecteur van het Kadaster. Tijdgenoten zeggen dat zijn bureau altijd schoon was. In zijn periode schijnt weinig tot niets gebeurd te zijn. Hij werd opgevolgd doorE.J.A. Weygers. Er mogen maximaal 40 aspirant-landmeters van het Kadaster zijn en 75 tekenaars (Koninklijke besluiten van 14 mei, no. 69 en van 29 november, no. 38). De ministeriële resolutie van 2 december verbiedt het verenigen van percelen zonder directe noodzaak. 1905 In maart worden de Ingenieur-Verificateur gemachtigd om gebruik te maken van de mogelijkheid om van kaarten mechanische kopieën te maken, o.a. door lichtdruk. De firma Immig en Zoon te Rotterdam had deze mogelijkheid gevonden. Ambtenaren van het Kadaster gaan met pensioen aan het einde van het kalendeijaar waarin zij 70 jaar zijn geworden (Koninklijk besluit van 31 mei, no. 75). 1906 Er wordt een Staatscommissie ingesteld inzake de wetgeving op de registratiebelasting en de hypotheekrechten. Tot wetgeving inzake de openbare registers leiden de voorstellen niet. Ook van veldwerken worden door de firma Immig reproducties langs mechanische weg gemaakt. De rechtbank te Amsterdam beslist bij vonnis van 13 april dat de bewaarder van de hypotheken en het kadaster geen overlegging kan eisen van een volmacht die aan een notariële akte van doorhaling van een hypothecaire inschrijving is gehecht. 1907 De Tiendwet van 1907 schaft de tienden af; dat zijn schuldplichtigheden van een evenredige hoeveelheid vrachten en beestgeboorten. Het Kadaster had met dit zakelijk recht niet te maken, maar bij de afschaffing krijgt de rechthebbende een schadeloosstelling van het Rijk - behoudens bij afkoop - die leidt tot tiendrente in de kadastrale legger. Die rente wordt op gelijke manier geadministreerd als de belastbare opbrengst voor de grondbelasting. De afdeling Hypotheken en Kadaster aan het Departement wordt opgeheven (brief van 3 april). De bewaarder staat, wat de kadastrale boekhouding betreft, niet meer onder toezicht van de Ingenieur-Verificateur. 1908 De Rivierenwet van 1908 regelt de rechten 120

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2013 | | pagina 18