Het overlijden van Stratingh kan dus niet de
aanleiding zijn geweest tot Beckers kennelijk
ophanden zijnde verhuizing naar Arnhem.
Hij was zeker al een jaar op zoek naar meer
werkruimte en daar die in Groningen blijkbaar
niet voorhanden was, zal het overlijden van
zijn vrouw de doorslag hebben gegeven.
Voor de landelijke afzet van balansen was
het excentrisch gelegen Groningen, met haar
gebrekkige verbindingen naar andere delen
van het land, ook niet de uitgelezen plaats.
Met bootverbindingen naar Rotterdam en
Duitsland en de geplande Rhijnspoorweg
naar Amsterdam bood Arnhem meer
mogelijkheden voor uitbreiding van zijn
bedrijf. Anders dan in westelijker gelegen
steden - Utrecht, Amsterdam, Leiden,
Delft en Dordrecht - kende Arnhem geen
gevestigde instrumentmakersnijverheid en was
concurrentie voorshands niet te vrezen.
Becker rekenen: intusschen met achting
en vriendschappelijke gevoelens, UwEd
Dienstvaardigen Dienaar (w.g.) Lipkens",23
Met Arnhemse relaties een nieuwe toekomst
Dat Becker in Groningen zonder personeel
werkte lijkt onwaarschijnlijk en vrijwel
zeker was de in 1807 eveneens in Oost-
Friesland geboren J.F. Wilhelm Schierenbeck
zijn belangrijkste medewerker. Van beroep
"instmmentmakersknechf', deed deze op 14
januari 1841 te Groningen aangifte van het
overlijden van Christopher Beckers 29-jarige
echtgenote, Henriette Klaskea Penning op
dinsdag 12 januari. Na een korte maar hevige
ongesteldheid overleed een maand later, op
15 februari, ook professor Stratingh, Beckers
vroegere opdrachtgever; een week nadat
Becker op 8 februari zijn huis aan de Oude
Ebbingestraat had verkocht.24
Kompas trivelleer-boussole 1841 met signatuur
Becker (coll. Bedrijfsmuseum Kadaster)
In 1841 door C. Becker geleverde nivelleer-bottssole
(coll. Bedrijfsmuseum Kadaster)
23 Idem, brief 7/3-1840, Lipkens aan Becker
24 Groninger Archieven, Notarissen te Groningen, inv. nr. 139: not. JJ. de Sitter, 1841 akte 422
110