m
Becker was in Arnhem ook geen onbekende,
want hij en prof. Stratingh hadden met hun
vooruitziende blik op een elektrische auto
in november 1835 in Arnhem al de krant
gehaald,25 iets wat de leer- en weetgierige
CMstiaan Theodoras Marius niet kan zijn
ontgaan. Deze in 1811 geboren Marius -
sedert 1833 lid - was in 1839 toegetreden tot
het bestuur van het Natuur- en Letterkundig
Genootschap Prodesse Conamur, dat
al jaren infonnatie uitwisselde met het
Groningse Genootschap ter bevordering der
Natuurkundige Wetenschappen en dat stellig
ook de Algemeene Konst- en Letterbode,
waarin Becker al eerder was opgevoerd, op
de leestafel had liggen. Hij en zijn eveneens
als apotheker gediplomeerde jongere broer
Theodoras Jacobus waren in februari 1840
ter voortzetting van de zaak van hun vader,
de bejaarde apotheker J.G.E. Marius, een
vennootschap aangegaan "ten einde te
fabriceren en handel te drijven in chemicaliën,
artsenij - en geneesmiddelen, drogist- en
verfwaren, benevens daaraan verwante zaken
onder de Finna Gebroeders Marius".26
Beckers kopie van het Cooper Cary
Tiydro-oxygeen-microscoop' moet al in 1834
CMstiaan Theodoras' belangstelling hebben
gehad. Kunstlicht en de toepassingen daarvan
kregen meer en meer zijn belangstelling en in
december 1838 hield hij voor Prodesseeen
voordracht over "het gekooid waterstofgaz
en de gazverlichting",27 over 'lichtgas' dus.
De uitvinding van de daguerrotvpie (de
fotografie) in 1837 fascineerde hem en vanaf
juli experimenteerde hij in 1841 samen met
Becker en diens 'hydro-oxygeen-microscoop'
- gekregen, geleend of geërfd van prof.
Stratingh? - met fotografische vastlegging van
de gepresenteerde beelden. Dit leidde tot een
voordracht voor Prodesseop 20 december,
waarbij Becker de experimentele apparatuur
demonstreerde.28 Binnen een maand, op 17
januari 1842, zou deze daar al als lid in het
genootschap worden opgenomen.29
Het is niet duidelijk of Becker na zijn
verhuizing naar Arnhem contact met de
familie Marius heeft gezocht, of dat de
Gebroeders Marius uit zakelijke overwegingen
de bekende Groningse mechanicus over de
streep hebben getrokken om Arnhem als zijn
nieuwe vestigingsplaats te kiezen. Hoe dan
ook: Beckers contact met de familie Marius
zou nauw en duurzaam zijn, niet in het minst
doordat hij op 13 september 1842 te Arnhem
trouwde met Louisa Juliana, de in 1813
geboren zus van de gebroeders Marius.
Balunsenfabriek aan de Binnensingel
Per 1 mei 1841 had Becker zijn Groningse
huis moeten opleveren en rond die tijd zal
hij in Arnhem weer aan de slag zijn gegaan.
Niet alleen met zijn balansenproductie, maar
ook met de bouw of aflevering van de vier
boussolen-eclimeters, alias nivelleer-boussoles
die hij in 1841 leverde aan het Bureau van de
Militaire Verkenningen, dat dat jaar ook in
Arnhem was neergestreken.30
Waar Becker toen werkte is niet bekend,
maar in april 1842 had hij al de beschikking
over een huis aan de Eusebiusbinnensingel,
dat hij had laten bouwen op een door hem
in juli 1841 van de gemeente a één gulden
per in2 gekochte kavel van 700m2, met de
oostelijke zijde grenzend aan het terrein van
het voormalige bastion Slakkegat en aan de
achterzijde uitkomend op de Couriergracht.31
25 Arnhemsche Courant 10/11 -1835
26 Gelders Archief (verder afgekort als GldA)r Notariële archieven 1811-1925, inv. nr. 6720, notaris W.H. Taaij, akte 1840 nr. 52,
24/2-1840. Afgekondigd in Ned. Staatscourant 18/3-1840
27 GldA, Archief Arnhemse historische vereniging Prodesse Conamur (verder afgekort als PC), inv. nr. 7 en A.G. Schulte, 'Overal
lieten zij hun sporen na', in: A.G. Schulte (red.), Arnhems Historisch Genootschap Prodesse Conamur 1792-1992 (Zutphen
1992)p.25-68
28 A.S. Stempher, "Kroniek van de fotografie in Arnhem, 1839-1864", in: Arnhem. Elf facetten uit de 19de en 20ste eeuw,
Zutphen 1983, p. 133-145
29 PC, inv. nr. 7, vergadering 17/1-1842
30 J.A. van der Linden, Topographische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden, Bussum 1973
31 GldA, Oud archief Arnhem, inv. nr. 1045