jaar kwam er nog een zoon, die de voornamen
van Gesina Frederika's vader kreeg: Frederik
Carel David.
Becker Bnddinghkoninklijk op een
nieuwe locatie
Op de nieuwe locatie aan de Verlengde
Rijnkade startte de fabriek met meer dan
dertig personeelsleden die werkten aan zes
draaibanken, vier balansmachines, twee
boormachines, een freesmachine, drie
ponsmachines, twee verdeelmachines, twee
smidsen en een soldeervuur.34 Dit alles met
mogelijkheden tot uitbreiding en ontplooiing
van nieuwe activiteiten. Door aanbouw kregen
die in 1870 hun beslag met het scheppen van
meer werk- en bergruimten: een speciale
werkplaats voor model- en kastemnakers (voor
de balansen), een magazijn van bascules en
een berging voor brandstoffen, alcohol en
zuren.35 Er kwam ook een afzonderlijke ruimte
voor de opstelling van de verdeelmachines -
zowel lineaire als circulaire - en het justeren
(afregelen) van instrumenten, zoals kijkers.
In de nieuwe werkomgeving waren de
wis- en natuurkundige instrumenten in
de eerste plaats vertegenwoordigd door
landmeetkundige benodigdheden: waterpas
en hoekmeetinstrumenten, baken en
meetkettingen voor de lengtemeting. Alles
ten dienste van ingenieurs, architecten,
landmeters en tekenaars. Zij vormden in
toenemende mate een belangrijk deel van
Becker Buddinghs klantenkring. Via
de waterpasbaken kwam Buddingh op de
fabricage van geëmailleerd-ijzeren peilschalen,
peilmerken, kilometer- en nummerplaatjes,
straat- en naambordjes en wijzerplaten. Daarbij
bleef de fabriek haar traditionele klanten
bedienen met weegbruggen, balansen, bascules
en gewichten. Voor zijn landmeetkundige en
aanverwante apparatuur, waterpasinstrumenten
in het bijzonder, vond Becker Buddingh
vooral afnemers bij de overheid: bij Rijks- en
Provinciale waterstaat, bij waterschappen en
gemeentelijke technische diensten. Hen zag
hij als ook potentiële afnemers van zijn 50
tot 1.000 meter lange afstandslijnen voor het
meten van dwarsprofielen; waarom kopen
in het buitenland als met een Nederlands
- lees: Becker Buddinghs - product
goedkoper kon worden volstaan?36 Voor
niet uit eigen productie te leveren artikelen
Links, de in 1864 aan de Verlengde Rijnkade, hoek Ooststmat gestichte nieuwe fabriek van Becker
Buddingh, c.1880 gezien vanaf de Westetvoortsedijh (Beeldbank Gelders Archief
34 J. Mooij, Instrumenten, wetenschap en samenleving. Geschiedenis van de instrumentenfabricage en -handel in Nederland
1840-1940, proefschrift Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg, z.p. 1988
35 Tijdschrift ter bevordering van Nijverheid 1871 nr. 3, p. 484
36 JJ. Buddingh, "Stroompeilingen", De Ingenieur 1890, nr. 6, p. 49
169