Wetenschappelijke Instrumenten en Weepwerktüigen BECKER BUDDINGH, is ait de band te koop. Va in volle -werking zijnde van (1835) gevestigd te Arnhem, Reflectanten gelieven zich te wenden ten kantore der Fabriek. "De in volle werking zijnde Koninklijke Fabriek van Wetenschappelijke Instrumenten en Weegwerktuigen Becker Buddingh gevestigd te Arnhem is uit de hand te koop. Reflectanten gelieven zich te wenden ten kantore der Fabriek. En een week later, op 16 maart55: "Wetenschappelijke Instrumenten en WeegwerktuigenVoor de overname voor gelijke rekening en werkkracht der Koninklijke fabriek Becker en Buddingh, gevestigd te Arnhem wordt gezocht een vakkundig Compagnon. Br. Lett. 188 Thieme 's Centr. Adv Bur., Nijmegen. Vermoedelijk had zich intussen een geïnteresseerde gemeld die de risico's niet alleen aandurfde. De gezochte compagnon meldde zich niet en besloten werd de fabriek te sluiten en, te begiimen op 5 april, uitverkoop te houden56: "Vanaf heden zal gedurende korten tijd de voorraad van de Koninklijke Fabriek van Wetenschappelijke [Instrumenten] en Weegwerktuigen, Becker Buddingh, te Arnhem, tegen uiterst laag gestelde prijzen a contant worden uitverkocht. De goederen bestaan uit waterpasinstrumenten, baken, meetkeltuigen, meetbanden, meetstokken, groote en kleine bascules, allerhande koperen en ijzeren balansen, prachtige passerdoozen en diverse andere artikelen voor ingenieurs, aannemers, winkeliers en particulieren. De goederen die van uitstekende kwaliteit zijn, staan geprijsd in de fabriek, hoek Verlengde Rijnkade en Ooststraat en worden voor zoveel noodig gejusteerd afgeleverd. Van de machines en overige fabrieksinventaris werd een deel overgenomen door de jonge ambitieuze instrumentmaker Gerrit de Koningh, die in 1904 in de Weerdjesstraat een nieuw bedrijfspand in gebruik had genomen. De Koningh nam ook een deel van het Voorjaar 1906: Koninklijke Becker Buddingh in de etalage (advertentie Het Nieuws van den Dag, 7/3-1906) personeel over, alsmede de productierechten op enkele door Becker Buddingh ontwikkelde landmeetkundige instrumenten.57 Wat de balansen en andere weegtoestellen van Becker Buddingh betreft, werden de macliines en de modellen overgenomen door de Utrechtse instrumentmakerij van Willem Carel Olland58, zoon en opvolger van Hendrik. Laatstgenoemde had ruim vijftig jaar geleden in Arnhem bij Becker als directe chef van Buddingh gewerkt59 en zijn zoon Willem Carel was inde jaren 1897-1900 in Utrecht nog werkgever van De Koningh geweest60, voordat deze voor enkele jaren naar Duitsland vertrok. De grond en de lege bedrijfspanden aan de Verlengde Rijnkade en de Ooststraat - in 1882 en 1892 door belendende aankopen nog uitgebreid - werden verkocht en in juli 1906 overgedragen aan de gemeente Arnhem61 die het fabrieksgebouw bestemde voor de huisvesting van het Bureau Gemeentewerken. Al in mei hadden de erven Buddingh het sterfhuis op de Eusebiusbinnensingel via een veiling verkocht aan de plaatselijke advocaat procureur W.E.J. baron van Balveren62, die het als woning betrok. 55 Idem 16/3-1906 56 Idem 5/4-1906 57 P. de Koningh, "De Koningh, een identiteit in de geschiedenis van de Nederlandse geodesie", De Hollandse Cirkel 4 (2002), nr. 1p. 5-9 58 Mooij 59 Maurits Snellen, "H. Olland", Het Nieuws van den Dag 3/8-1902 60 De Koningh 61 GldA, NotArch, inv. nr. 7246, notaris J.O. de Kat, akte nr. 182, 7/7-1906 62 Idem, akte 118, 1/5-1906 173

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2013 | | pagina 19