van zakelijke rechten daarop. Voor de
zaakwaarnemers-administrateurs geldt een
overgangsregeling.
Per 1 juli wordt de fotogrammetrische
dienst van het Kadaster ingesteld. Het eerste
fotogrammetrisch carteringsobject betreft de
kadastrering van de Braakmanpolder (1700
ha). Er wordt een stereoplanigraaf C8 van
Zeiss-Aerotopograph aangeschaft.
1957
Per 1 augustus treedt de nieuwe Instructie
Kadaster in werking.
Het Kadaster te Brielle wordt opgeheven
per 1 oktober en gevoegd bij het Kadaster te
Rotterdam.
Er wordt opnieuw een Staatscoimnissie
ingesteld die zich moet buigen over de
maatschappelijke functie van het Kadaster
en een wettelijke regeling moet overwegen.
Het zal echter nog 35 jaar duren voor er een
Kadasterwet in werking treedt.
1958
De fotogrammetrische dienst van het
Kadaster koopt een ontschrankingstoestel
van het merk Saltzman uit de
luchtvaartdump in Soesterberg, voor
een prijs van 1500 (driemaal de
schrootwaarde). Een halfjaar later trekt
Defensie het akkoord in.
Directeur van het Kadaster en de
Hypotheken W.F. Stoorvogel gaat met
pensioen.
1959
Door de achterstand in ambtshalve
metingen worden per 1 mei de metingen
van gebouwen ten behoeve van de
grondbelasting stopgezet. Ook de
hennetingen vinden voorshands niet meer
plaats.
Het Kadaster te Deventer wordt per 1 mei
opgeheven en gevoegd bij het Kadaster te
Zwolle en Almelo. Per 1 november worden
de kantoren van het Kadaster te Heerenveen
en Sneek gevoegd bij dat te Leeuwarden.
1960
De kantoren van het Kadaster te Hoorn (op
1 mei), Gorinchem (op 1 augustus) en Goes
(op 1 november) worden opgeheven en
gevoegd bij het kantoor te resp. Alkmaar,
Dordrecht en Middelburg.
De lessenaars (staand) worden vervangen
door modem materiaal: elektrische
rekenmachines nemen de plaats in van
handrekenmachines. Bij het landmeetkundig
gedeelte komen de eerste 17 elektrische
rekenmachines.
Geschreven kadastrale uittreksels worden
bij wijze van proef vervangen door
mechanische reproducties.
1961
Het Kadaster te Tiel wordt per 1 januari
opgeheven en gevoegd bij het Kadaster te
Arnhem.
Blijkens de Rijksbegroting zijn de uitgaven
voor het Kadaster geraamd op ruim 18 min.
gulden; de geraamde opbrengsten zijn 4,4
min.
Per 1 juli zijn de bureaus van de
landmeetkundige dienst ingedeeld in twee
divisies: West en Oost.
Besloten wordt om het in de jaren tussen
1885 en 1928 gemeten en berekende
puntennet van de Rijksdriehoeksmeting
aan een algehele revisie te onderwerpen,
in verband met tekortkomingen en om
een betere aansluiting te krijgen van het
Nederlandse driehoeksnet in internationaal
verband.
175
Houten staand bureau of lessenaar (zie jaar I960)