Landmeter van 20 meter
Caert-Thresoor 2013-3
aan te landen bij de satellietnavigatie. Vanaf
pioniers als Eratosthenes en Ptolemeus
beschreef Garfield op geheel eigen wijze
vanuit vele gezichtspunten de eeuwen door
vervaardigde cartografische weergaven van de
aarde. Hij noemde hierbij ook de reisgidsen
van de vorige eeuw. waaronder 'Baedeker en
Michel in*. In zekere zin eindigde zijn boek
met de cartografie van de laatste wereldoorlog,
waarbij detailkaarten belangrijke hulpmiddelen
waren voor de militairen. Teneinde de
militairen die deel zouden nemen aan de
landingen in Normandië, Voor te bereiden op
hun komst naar Frankrijk werd in Washington
in 1944 de Michelingids van 1939 herdrukt.
Daarna kwam het grote toerisme op gang en
daannede ook een laatste gouden tijdperk
van de papieren kaarten en de reisgidsen
van die 20e eeuw. Want met de intrede van
de digitale eeuw maakten de handgetekende
en gedrukte plattegronden en kaarten plaats
voor digitale kaarten en dat was dus het einde
van reisgidsen en kaarten. Garfield wijdt aan
het einde van zijn boek een apart hoofdstuk
aan de satellietnavigatie met de opmerking:
"De overwinning van de satellietnavigatie
gaat ten koste van het gevoel voor geografie,
geschiedenis menselijke communicatie
en het gevoel van verbondenheid met de
wereld om ons heen." We laten zijn woorden
voor wat ze zijn. Maar in de recensie van zijn
boek in De Volkskrant werd niets venneld
over de meetkundige grondslag van de
kaartvervaardiging, laat staan over nieuwe
ontwikkelingen als satellietgeodesie. Is
het wellicht aanbevelenswaardig het boek
zelf toch te gaan lezen en na te gaan of de
auteur wél heeft beschreven dat geodetische
werkzaamheden altijd voorafgaan aan het
maken van kaarten?
Henk Holsbrink
'Landmeter met twee bronzen handvaten; heeft
een lengte van 20 meter/ Dat is de beschrijving
van een meetband in de collectie van de
Historische Vereniging Hardenberg Museum.
www. mijnstadmijndorp. nl/deelnemers?
historische-vereniging-hardenberg-eof
Uitgave 2013-3 van het tijdschrift Caert-Thresoor bevat onder meer de volgende bijdragen:
De (onbetrouwbaarheid van de Topographische en Militaire Kaart, door Frans Scholten;
Een specialist onder vele vakgenoten: David Reerigh en zijn 'superfijn' afgezette wandkaarten van
Holland (1647), door Tmusje Goedings;
Verder wordt de rubriek Kaartencollecties in Nederland voortgezet met die van het Stadsarchief en
Athenaeumbibliotheek (SAB) Deventer.
Algemene informatie: www.caert.thtvsoor.nl.
206