deze vertaald, beschreven en onderwezen.18 De
meest productieve en belangrijkste vertaler was
Gerard of Cremona, zie tabel 1 regel Toledo,
van hem zijn 87 boeken bekend.
De systematiek en het gebruik van de Toledo-
achtige sterrentafels werd aanvankelijk
slechts door een zeer beperkt aantal Europese
oceaanvaarders beheerst. De eerste Europese
oceaanreizen werden, binnenskamers, lang
van te voren gepland. Bekend is dat de
Admiraal Columbus en zijn staf van slechts
enkele navigatie-officieren/pilots uitvoerig
door astronomen geïnformeerd werden over
de laatste wetenschappelijke stand van zaken.
Navigatie-officieren namen dus de meest
actuele en nauwkeurigste sterrentafels en
lioekmeetinstnunenten mee op reis.19
Onder de oceaanvaarders in het Midden-
en Verre Oosten waren het de Chinese
oceaanvaarders die geheel op liun eigen wijze
de astronomische plaatsbepaling beheersten,
maar dezelfde vaste sterren als alle andere
ocaanvaarders als meetbasis gebruikten.
De bekendst geworden Chinese Admiraal
Zheng He (1371-1435) was bedreven in de
astronomie en wiskunde, daarnaast was hij
een succesvol oceaanvaarder en oprichter van
een navigatieschool.20 Admiraal Zheng He zag
kans, met gebruikmaking van astronomische
plaatsbepaling, vanaf de Chinese haven
Nanking, via Straat Malakka en de Nicobar-
eilanden de Afrikaanse oostkust te bereiken
en weer veilig thuis te komen. Tijdens deze
beroemde oceaantocht werden met 62 schepen,
uit enthuis, zo'n 7500 zeemijl afgelegd!21
Tijdens de. in de periode 1404-1433, zeven
door hem gemaakte en uitvoerig beschreven
expedities bracht hij onder meer Sumatra (in
1405), Java (1407) en Borneo (in 1422) op de
zeekaart.
Juist het "West ontmoet Oost via de oceaan"
zorgde voor veel nieuw bronmateriaal, dat
door universiteiten gedetailleerd onderzocht,
beschreven en onderwezen werd. De zeevaart
en daarmee Europa kreeg hiermee een enonne
astronomisch/wiskundige impuls met als
gevolg dat universiteiten als paddenstoelen uit
de grond rezen en met deze kennis alle zeven
wereldzeeën bevaren konden worden.
Met dank aan dr S.J. de Groot
Conclusies:
1. De dierenriem ofwel zodiac, een handig
ezelsbruggetje voor astronomen en
oceaanvaarders, is de verzameling van
vaste, heldere sterren die voor alle
aardbewoners al duizenden jaren op
dezelfde dag en plaats te vinden zijn.
2. Vanaf 1270 is met de sterrentafels van
Toledo duidelijk aantoonbaar dat het
vak astronomie een op het hoogste
wetenschappelijke niveau beoefende
universitaire studie was; steeds
nauwkeuriger berekend en beschreven,
doch gebaseerd op wijsheden uit oude
culturen.
3Al in de tijd van de eerste portolaankaarten
kon men in de universiteitsbibliotheken een
annillairsfeer ofwel sterrenglobe met de
erbij behorende sterrentafels vinden.
4. Een annillairsfeer geeft een drie
dimensionale en een astrolabium geeft een
twee-dimensionale visualisatie van de voor
een bepaalde plaats en dag te aanschouwen
sterrenhemel. Door Ptolemaeus werd
zijn twee-dimensionale versie (ofwel
astrolabium) daarom "planisphaerium"
genoemd.
5. Het verhaal dat Columbus dacht dat de
aarde plat was is een fabeltje dat door
ongeletterden de wereld is ingestuurd.
12
18 José Chabas en Bernard R. Goldstein, The Alfonsine tables of Toledo, 2003. Dit boek geeft een uiteenzetting van de Europese
astronomie en de sterrentafels in de Middeleeuwen.
19 David A. King, In synchrony with the heavens. Studies in astronomical timekeeping and instrumentation in Medieval Islamic Civilization,
2005. In dit bijzonder complete en omvangrijke standaardwerk is als oudst bewaard gebleven astrolabe die van Bagdad uit 780 na
Chr. aangemerkt. Het unieke nummer in de "International Instrument Checklist" van deze astrolabe is 3702. Het oudste manuscript
over het gebruik van astrolabia is van Jean Philopon uit Alexandrië (490-568).
20 De Chinezen hadden, evenals diverse andere oude culturen, een lange traditie in de astronomie. Een belangrijk astronoom, ten tijde
van "onze" Ptolemaeus met zijn 1022 sterren, was Zang Heng (78-139), hij beschreef en catalogiseerde al 2500 sterren!
21 Kuei-Sheng Chang, Africa and the Indian Ocean in Chinese maps of the 14the and 15th e centuries in Imago Mundi 24 (1970) p. 21-30.
Mei-Ling Hsu, Chinese Marine Cartography and Sea Charts of pre-modern China, in Imago Mundi 40(1988) p. 96-111