De magnetiseermachine van G. Knight
ing. Martien van Zoeren
Halverwege de 18de eeuw was de kennis van
elektriciteit en magnetisme nog volop in ont
wikkeling. Het grote publiek vond het nogal
ingewikkeld en geheimzinnig. Zo konden
kwakzalvers hun mening verkondigen dat
magnetisme een probaat middel tegen impo
tentie was. Of dit de reden was voor de arts G.
Knight 0111 zich te gaan specialiseren in mag
netisme is niet bekend. Hij ontdekte dat, wan
neer hij gedurende enige tijd een magneetsteen
langs een stalen staaf streek, deze ook magne
tisch werd en wanneer men een aantal van deze
staven met elkaar verbond, de kracht tezamen
aanzienlijk versterkt werd. Hierop voortbor
durend bedacht hij zijn machine. Hij hield
zijn kennis geheim om met zijn zogenaamde
kunstmagneten als vervanger voor de magne
tische zeilstenen een lucratieve handel op te
zetten. Terwijl hij biimen zijn netwerk van de
Royal Society, een gezelschap van invloedrijke
personen uit de wetenschap, de industrie en het
leger, druk bezig was een markt voor zijn pro
duct te vinden, deed korte tijd later John Can
ton ook de ontdekking om magnetisch staal te
maken. Canton publiceerde zijn vinding gelijk,
waardoor Knight voorzag dat er - ook gezien
de kinderarbeid - met de handel weinig winst
te halen was, ook al zette hij z'n machine in.
Hij besloot z;'n plannen in de ijskast te zetten.
Toen kreeg hij een tweede kans om zijn kennis
van het magnetisme te gelde te maken.
Het zeilschip "De Dover" liep tijdens zijn
reis van New York naar Londen zware averij
op toen het door de bliksem werd getroffen,
die door twee dekken heen sloeg. In het ruim
stond twee meter water en van de vier kompas
sen werkte er niet één meer. Terwijl men hard
pompte en moest varen op de zon, de sterren
en de wind bereikte het schip op 21 januari
1749 het eiland Wight. De kapitein John Wad-
dell kocht daar een nieuw kompas om zijn reis
naar Londen voort te zetten. Toen hij het kom
pas op zijn plaats in het kompashuis wilde zet
ten. bleek dat de naald een afwijking van 22,5°
aangaf met de richting op het dek. Eemnaal in
Londen aangekomen wilde de kapitein ach
ter de oorzaak van de afwijking komen door
een expert te raadplegen, te weten dr. Knight.
Deze deed een uitvoerig onderzoek, waarbij
veel gebreken aan het licht kwamen. Er waren
ondanks de ontkenning van de scheepstimmer
man toch ijzeren spijkers in het kompashuis
verwerkt, die door de blikseminslag magne
tisch waren geworden. Het ophangpunt van
de ruitvormige kompasnaald van ijzerdraad,
die onder de roos van het droge kompas was
aangebracht, zat niet exact in het midden en
de magnetische kracht was niet gelijk over
de ruit verdeeld. Bij controle van 20 andere
kompassen kwamen dezelfde mankementen
tevoorschijn. De kunstzinnig gevonnde kom
pasnaalden, die onder andere bij de Navy in
gebruik waren, bevatten zelfs méér dan twee
magnetische polen, zoals bleek toen Knight er
ijzervijlsel op strooide. Dus besloot Knight zelf
nautische instrumenten te gaan bouwen, waar
bij hij geassisteerd werd door de instrument-
maker Jolm Smeaton (Knight was zijn mentor
bij de Royal Society). Zijn kompassen waren
een aanzienlijke verbetering ten opzichte van
de bestaande en uiteindelijk lukte het Knight
deze bij de Navy in 1757 ingevoerd te krijgen.
Nadat hij in 1766 octrooi had verkregen op een
verbeterde versie kon de kassa echt gaan rin
kelen. De slagroom op de taart was natuurlijk
de mededeling bij ieder kompas, dat deze door
dr. Knight hoogst persoonlijk was gecheckt.
Eveneens ontving hij een beloning van L 300
van de Board of Longitude, de Britse lengte
graadcommissie. Nadat Smeaton voor zichzelf
was begonnen in de vuurtorenbouw, waar liij
het zwaluwstaartsysteem van de houten kom
pashuizen in steen toepaste, bracht Knight zijn
handel onder bij de koninklijke instrument
maker Georg Adams sr., ook lid van de Royal
Society en leverancier van het leger, die als
zijn agent de alleenverkoop kreeg en voor de
vervaardiging zorgde.
23