geeft een afbeelding van de vaste sterren op het noordelijk halfrond.3 Claudius Ptolemaeus, die onder meer bekend was met de Arabische sterrentafels, construeerde hiermee ook een overzicht van de vaste sterren op het zuidelijk halfrond. Ptolemaeaus noemde de Noordpool Polus Septentrionalis en de Zuidpool Polus Australis.4 In de dierenriem fungeerde de Grote Beer als een astronomische uurwerk waarbij de stand t.o.v. de Poolster de dag van het jaar en het uur van de dag aangaf.5 Vandaar dat middeleeuwse astronomische uurwerken slechts één wijzer hadden. Christophore Columbus (1451-1506) was, door de vele beschikbare manuscripten en incunabula, en ook uit eigen ervaring met sterwaamemingen, goed op de hoogte van de sterren op het noordelijk halfrond. Hij had in 1479 voor zijn gezin een woonhuis op het Portugese eiland Porto Santo (ten noorden van Madeira) gekocht, waar hij op 33° N B. in ieder seizoen aan een wolkenloze hemel de sterconfiguratie bestudeerde.6 Met PTOLEMY'S INSTRUCTIONS FOR CON STRUCTING A STAR GLOBE. The Almagest contains ex plicit instructions for constructing a celestial globe from eclip tic coordinates. Ring A, on the axis PP', is fixed at the solstitial point, 12°20'E of the meridian of Si rius, which represents its position at that time (first year of the principate of Antonius Pius, A.D. 137). This fixes the axis of the sidereal coordinate system with Sirius as the reference star. Equatorial coordinates could be mechanically converted from the ecliptic, coordinates with the help of ring B,. which rotates freely around the axis NN', which, is 23°51' distant from the axis PP' to allow for the obliquity óf the écliptic. After Otto Neugebauer, A History of Ancient Mathematical Astronomy (New York: Springer-Verlag, 1975), fig. 79. The Ptolemaic World System. De annillairsfeer was in vele soorten en maten bij oude culturen in gebruik. Ze vertoonden allemaal dezelfde vaste sterren ofwel de dierenriem en waren allemaal bij het onderwijs in de astronomie bedoeld als visuali sering van de driedimensionale sterrenhemel. Hier de armillairsfeer van Ptolemaeus met ernaast de uitleg ervan. Zie verder noot 1. 3 Robert Putman, Oude schee ps kaarten en hun makers, hoogtepunten uit vijf eeuwen cartografie, 1983. Op p. 41 staat in een groot formaat een fraaie afbeelding van de vaste sterren op het zuidelijk halfrond zoals deze reeds door Claudius Ptolemaeus, ca. 150 jaar na Chr., berekend waren; Peter Whitfield, The charting of the oceans. Ten centuries of maritime maps, 1996 4 Andreas Kleineberg, Europa in der Geographie des Ptolemaios. Die Entschlüssung des "Atlas der Oikume"zwischen Orkney, Gibraltar und den Dinariden, 2012 5 Dominique Flécheron, The mastery of time. A history of timekeeping, from the sundial to the wristwatch, 2011Robert Hannah, Time in antiquity, 2009 6 Porto Santo ligt op zo'n 700 km uit de noordwestkust van Afrika (Casablanca), het regent er zelden, waardoor het hele jaar door de sterrenhemel ongehinderd bestudeerd kan worden. Columbus'eerst gevonden stukje Amerikaans continent, het eiland San Salvador ofwel Watling eiland, bevond zich op 24° N.B. Met anderewoorden: Columbus was, astronomisch gezien, toen nog steeds op bekend terrrein. Overigens was vóór Columbus, in 1482-1483, de Portugese oceaanvaarder Diogo Cao (1452-1486) over de equator geweest en had daar de eilanden Sao Tomé et Principe voor Portugal veroverd. De Portugese astronoom Joao de Santa rem, ca. 1470, die ook in 1485-1486 tot Cape Cross op 21° Z.B. meevoer, berekende de zuidelijke sterrenhemel ten opzichte van het Zuiderkruis en gaf hiervan ephemeriden uit, dagelijks te raadplegen sterrentafels, die alom gebruikt werden. 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2014 | | pagina 7