Heden owerleed te Haarlem mijn
beste zwager, de heer
Ir. ADRÏAAN NI COLAAS JOHAN
VAN HEES.
in den ouderdom van 91 jaar.
Mevr. wed. J. ROELOFS
DE JONG-SCHLIMMER.
Leeuwarden. 4 Januari 1936.
Emmakade 120.
augustus 1907 in de Avenue de Kortenberg
woonde, maar in de regio Haarlem, waar hij
zich rond 1910 vestigde, merken we weinig
van hem. Wel was de intussen 79-jarige civiel-
ingenieur uit Schoten (later Haarlem-Noord)
in maart 1924 te Delft met een nog strakke
handtekening getuige bij het huwelijk van een
achternichtje, de oudste dochter van dokter
C.A. van Hees. Hij zou daarna nog bijna
twaalf jaar leven. 91 jaar oud, overleed ir.
Adriaan Nicolaas Johan van Hees op 4 januari
1936. Haarlem herinnerde zich hem als techni
cus, maar vooral ook als een groot kunstlief
hebber, die, met veel vrienden in schilders
kringen, zelf een verdienstelijk
amateurschilder was en ook optrad als zan
ger.39 Tot schilderen was hij misschien geko
men door het werk van Louwrens en Gabriël
Hanedoes, zijn oom, respectievelijk oom
zegger. Ir. Van Hees werd op 7 januari op de
Algemene Begraafplaats De Kleverlaan ter
aarde besteld.40 Vrijgezel gebleven, had hij
geen nakomelingen.
Nahesch omving
Uit de geraadpleegde bronnen is niet gebleken
dat ir. A.N. J. van Hees, na assistentie van prof.
Stamkart en de aanleg van spoorwegen in Ne
derland en op Sumatra (alles in de jaren 1867-
1882), nog andere ingenieurswerkzaamheden
heeft verricht. Uiteindelijk schijnt hij meer
belangstelling te hebben gehad voor kunst dan
voor civiele techniek en geodesie. Dit beden
kend, lijkt het niet onwaarschijnlijk dat de jon
ge Adriaan in 1863 in de Delftse academische
studie meer kunst verwachtte dan de zakelijke
vaardigheden waarvoor de Polytechnische
School zou opleiden. Had, niettemin, de drie
hoeksmeting volgens Stamkart in 1882 de kri
tische toets van de Rijkscommissie doorstaan
of had eerder dan in 1886 met de Rijksdrie
hoeksmeting kunnen worden begonnen, dan
zou Van Hees wellicht bij de verdere werk
zaamheden zijn betrokken en zou hij mogelijk
voor de geodesie behouden zijn. Hoe dan ook,
prof. Schols, die de verantwoordelijkheid
kreeg voor de opzet en de uitvoering van de
nieuwe metingen, koos voor pas afgestudeerde
civiel-ingenieurs: H.J. Heuvelink (in 1884) en
N. Wildeboer (in 1886), die, later geassisteerd
door weer jongere collega's en landmeters van
het Kadaster, het werk in 1928 tot een goed
einde zouden brengen. Onder leiding van Heu
velink, die Schols na diens overlijden in 1897
was opgevolgd, zal mej. C.A. van Hees, als
rekenaar waarschijnlijk werkend in het Geode-
siegebouw aan de Kanaalweg 4, daar in 1922-
1923 nog aan hebben bijgedragen. Na één jaar
uitgekeken op de geodesie, koos zij echter
voor kunstgeschiedenis, om ten slotte in 1930
in dienst te treden bij het Frans Hals Museum
te Haarlem. Haar oom Carel Cornelis Maria
van Hees (broer van haar vader en begonnen
als toneelspeler) was daar in 1925 aangesteld
als directeur van de Stadsschouwburg. Met de
al jarenlang in Haarlem wonende ir. A.N. J.
van Hees was dit een opmerkelijk familietref-
fen. Was dat toeval, of had de in de plaatselijke
kunstwereld gerespecteerde bejaarde civiel-
ingenieur er, bewust of onbew ust, nog de hand
in gehad?
Ir. A.N.J. van Hees' overlijden werd bekendge
maakt door de te Leeuwarden wonende weduwe
van zijn halfbroer Johannes (Roelofs) de Jong.
Leeuwarder Courant 6-1-1936
39 "Ir. A.N J. van HeestHaarlem's Dagblad 6-1-1936
40 Haarlem's Dagblad 7-1 -1936
49