Buitenplaats De Binckhorst Toen, in februari 1879, de te Delft wonende Roelof Marcus de Jong de 4,6 hectare metende Voorburgse buitenplaats overnam van heer H. van Reijerdam (gewezen boekhouder en kas sier van de Nederlandsche Staatscourant en het Staatsblad in Den Haag), verkeerde het huis allang niet meer in de voorname staat van weleer. Roelof Marcus ging er in april met zijn echtgenote Agatha Adriana Hanedoes wo nen. In 1854 was het aloude riddermatige goed in onder delen op de markt gekomen en nadien was het afgesplitste huisperceel herhaaldelijk van eigenaar of bewoner gewis seld, laatstelijk in 1862 toen Van Reijerdam het kocht uit de nalatenschap van de rijke redersweduwe G.H.E. Lö- schen-Ten Cate. Roelof Marcus de Jong overleed in april 1885 op Huize De Binckhorst, waarna de buitenplaats werd toegedeeld aan zijn zoon Carel Cornelis Maria, die als boomkweker al in het ouderlijk huis woonde. Nadat diens daarna inwonende moeder was verhuisd naar Wijk bij Duurstede, verkocht hij - intussen getrouwd met zijn nicht Sara Hanedoes - huis en tuin in 1895 aan mr. A. Slotemaker, advocaat en procureur in Den Haag. Aange past aan de tijd, hield Huize De Binckhorst zich staande De Binckhorst omstreeks 1895. toen de door Den Haag geannexeerde omgeving in de Bron: www.hansroodenburg.nl 20ste eeuw werd ontwikkeld tot industriegebied. (®e VoorbmgsePolder) Huiselijk tafereel uit de jaren 1880-1890 met vermoedelijk (zittend) mevrouw Agatha Adriana de Jong-Hanedoes en (staande) haar dochter Neeltje Sara van Hees (zus van ir. Adriaan N.J.) met twee van haar kinderen. Bron: www.haagsebeeldbank.nl (uitsnede) 50

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2014 | | pagina 12