toegevoegde kaarten is afwijkend. Zeer uit eenlopend is de schaal van alle kaarten met als meest voorkomende schalen 1:2.100, 1:3.150, 1:3.900 en 1:6.300. Op de getekende schaal- stokken is altijd de (Stads-)Groninger roede aangehouden, groot 4.09 meter met een onder verdeling in 14 voeten van 29.2 centimeter. Waarschijnlijk hebben de metingen ook plaats gevonden met behulp van deze Stadsroede. De oppervlakte werd echter zoals wel uit de car touches blijkt in een lijst genoteerd naar de plaatselijke gebruikte gras, deimpt, mud of juk, alsmede met de vermelding van de soort van eigendom. De grenzen van de ingetekende percelen zijn naast de grenslijn aangevuld met een okergele uitgewassen bies (een techniek die nog in de vorige eeuw op het Centraal Teken- en Opleidingsbureau van het Kadaster de cursisten werd aangeleerd!). De percelen zijn aangeduid met cijfers en/of hoofdletters. De kaarten, met name die van Folckers, zijn zeer mooi getekend met fraaie kompasrozen en cartouches. Die cartouches zijn vaak benut voor het in lijstjes vermelden van de opper vlaktes van de opgemeten percelen. Het is ge bleken dat op de atlaskaarten ongeveer 5.722 ha in kaart werd gebracht, wat destijds onge veer 4% van de oppervlakte van het gewest Groningen omvatte. Op elk kaartblad van de 29 onderzochte kaarten van het kleigebied van Groningen werd in de regel de oppervlakte van een boerenbedrijf van destijds gemiddeld ongeveer 30 ha afgebeeld. Ter illustratie van de cartograhsche kwaliteiten van de al eerder genoemde landmeters het afgedrukte fragment van kaart 11 alsmede het fragment van de kadastrale kaart van 1832 op basis van Hisgis van de eigendommen van het klooster Heili gerlee. Het is bijzonder dat met ruim honderd jaar verschil in tijd zoveel grenzen als identiek zijn te identificeren, met name de grenzen van het kloosterterrein en de noordgrenzen van de percelen 7, 19, alsmede het perceeltje O. De landmeters moeten over bijzonder goed tekengereedschap hebben kunnen beschikken. (Dat dit inderdaad zo was heeft men vorig jaar op de expositie over de Friese boerenprofesso- ren in het Martenamuseum in Franeker kun nen zien, waar een tekenkist uit de 18e eeuw was te bewonderen met precisie-tekenmateri- aal als zeer fraaie trekpennen.7) Samen geven de kaarten in de Atlas een beeld van een Ka daster "avant la lettre" met de eigenschappen van het Kadaster van 1832: "Kaarten met per ceelsaanduiding en in lijstjes van de cartou ches met een zelfde perceelskenmerk, de ver melding van beklemde meier, oppervlakte en soort van eigendom. En in afwijking van het Kadaster de naam van de gebruiker." Kladtekeningen I In de hedendaags terminologie van de land meetkunde zou men spreken van veldwerken. Ji De landerijen van het voormalige klooster Heiligerlee in 1729. Kaartfragment in Groot Caarteboek door Hinderik Warner Folckers, idem (1536-5270) en fragment uit HISGIS in 1832 7 Henk Holsbrink, Friese boeren professoren, in: DHC 2013-4 97

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2014 | | pagina 11