Maar wellicht is de term kladtekeningen toch wel juist, want deze zullen wel niet te velde vervaardigd zijn. Waarschijnlijk werden schets en meetgetallen ten kantore vanaf te velde ge maakte originelen op schaal overgetekend. In het gemeentearchief van Groningen bevinden zich 43 van deze kladtekeningen, waarvan er 42 van de hand van landmeter Folckers zijn. Deze kladtekeningen waren de meetkundige basis voor het uittekenen van 25 kaarten van deze Atlas der Stadslanden. Ter illustratie hoe een dergelijke kladtekening er destijds uit heeft gezien was van 43 kladtekeningen een kopie in de atlas toegevoegd op bladzijde 21. In het hoofdstukje Kladtekeningen werd ook vermeld waar de kladtekeningen werden be waard en wel in het Gemeentearchief in Gro ningen. Van de kaarten uit de atlas zijn daar van een 25-tal kaarten de kladtekeningen be waard gebleven, analoog hetgeen bij het Ka daster al ongeveer 140 jaar het geval is. Uit de kaarten blijkt de verscheidenheid aan het Gro nings grondbezit; enerzijds de kaarten van de mozaïekverkaveling op de klei en anderzijds de kaarten van opstrekkende kavels in de veen- en zandstreken van Groningen. Na een bezoek aan het Gemeentearchief zijn van twee kladopmetingen van deze landschapstypes in het hoofdstuk Kladtekeningen II van elk een fragment hiervan in deze bijdrage opgenomen. Ze geven een beeld van het verschil in ge bruikte meettechnieken. De kaartbeschrijvingen In de heruitgegeven Atlas worden een aantal aspecten van de kaartvervaardiging behan deld: de maker met jaar van vervaardiging en plaatsaanduiding, de schaal van het origineel, de schaal van de afdruk in deze atlas, het for maat van het origineel, de oriëntatie van het kaartblad en het nummer van de kaart in het Gemeentearchief Groningen (G AG). Boven dien een verwijzing naar het GAG-nummer indien van de kaart een kladopmeting aanwe zig is. Verder is in de Atlas een Register op de Stadsatlas toegevoegd met als inhoud een overzicht van alle 70 kaarten met aanduiding van de maker, de locatie, de oppervlakte van het bedrijf en het GAG-nummer. Vervolgens een overzicht van de noten, de geraadpleegde bronnen en de literatuur. Ten slotte een kaart van de provincie Groningen waarop de locatie met het nummer van de 63 originele kaarten is aangeduid. Hierbij is opvallend dat er twee clusters van in kaart gebrachte eigendommen zijn te constateren en wel in volgorde 26 rond Winschoten en 37 noordelijk en westelijk van de stad Groningen. Hierbij is, zoals gezegd, in het bijzonder het verschil in landschapstype te zien tussen de meest opstrekkende verkaveling rond Winschoten en de mozaïekverkaveling op de klei noordelijk en westelijk van de stad Groningen. Uiteraard heeft dat zijn invloed gehad op de inrichting van de meting door de landmeters, en wel van die van Folckers in het bijzonder. Gelukkig zijn in het GAG genoem de 'kladtekeningen of schets- en meetkaarten' veldwerken) bewaard gebleven. Hierdoor is het mogelijk wat onderzoek te doen naar de wijze van meten van destijds en na te gaan of er inderdaad verschil heeft bestaan in de me tingen op de klei of in de regio van opstrek kende verkavelingen. Kladtekeningen II Als een vervolg op het eerdere hoofdstukje Kladtekeningen I volgen dan hier twee bij de kaarten behorende kladtekeningen met ook het verslag van wat onderzoek. Na een bezoek aan het Gemeentearchief in Groningen kon een significante kopie van een kladtekening wor den gemaakt van metingen van opstrekkende kavels nabij Veendam. en een tweede kopie van een kaart met bijbehorende kladtekening van een boerderijkavel noordelijk van Gronin gen. Die twee kladtekeningen geven een beeld van de verschillen in aanpak door Folckers van zijn metingen op de klei- en op de zand- en veengebieden van Groningen. Bij het selec teren van de twee kladmetingen is gelet op de constructie van de metingen, de doelstelling van oppervlakteberekening, en op het meten van eventuele controlematen. Meting van opstrekkende kavels Dit voorbeeld is de meting van een tweetal lange opstrekkende kavels, gelegen in de regio noord-oostelijk van Veendam. De eerste met drie afbeeldingen lag noordelijk van het dorp Meeden met een lengte van zeven kilometer. De tweede, kortere, opstrek lag wat oostelijk van het dorp Zuidbroek. De meting is wat 98

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2014 | | pagina 12