havige materie. David Woodwards History of cartography. Aan dat standaardwerk hebben universiteiten over de gehele wereld meege werkt. Dan hebben we nog grote studies over de wiskunde in de Middeleeuwen, zoals Otto E. Neugebauer, A history of ancient mathe matical astronomy, 1975 (mijn noot 1). Ook de door mij in noot 7 al genoemde werken vanPatric Gautier-Dalclié met zijn heden daagse serie van inmiddels 12 delen Terra- rum Orbis mogen zeker niet vergeten wor den. Gautier-Dalché werkt voor de Sorbonne, genoemd naar de stichter ervan, Robert de Sorbon in 1253! Enfin, om maar meteen over te stappen op mijn hoofdonderwerp "de universiteiten in de Middeleeuwen", het onderwijs op de oudste Middeleeuwse universiteiten was gebaseerd op vier pijlers: wiskunde, geometrie, muziek en astronomie. Dit geheel werd "quadrivium" genoemd, het was een voorwaarde voor het bereiken van de hoogste universitaire graad. De zeevaartkunde, waaronder begrepen de astronomische plaatsbepaling en het constru eren van zeekaarten, was en is nog steeds een toegepaste wetenschap. Ingenieurs-, officieren- en navigatiescholen zijn in deze gedachte nauwelijks van elkaar te onder scheiden, ze gaan allemaal van dezelfde grondregels voor astronomie, geometrie en wiskunde uit. In mijn tabel 1 kan voor "navigatiescholen" ook gelezen worden: "ingenieurs-, officieren-, cartografische- en navigatiescholen". Alle werkten immers met dezelfde sterrentafels en rekenmethodieken. In het al genoemde werk van David Wood ward worden uitvoerig alle Middeleeuwse cartografische centra, waaronder Venetië, beschreven. Als we heel concreet naar de beroemdste ingenieursschool uit de oudheid kijken, die van Alexandrie, zien we daar de astronoom Ptolemaeus als de hoofdrolspeler met be trekking tot het quadrivium. Gelukkig voor historici zijn de in het Arabisch vertaalde manuscripten van Ptolemaeus: Almagest en Geographicbewaard gebleven, in de 12e eeuw in het Latijn vertaald en daarna com pleet vertaald in vele moderne talen. Almagest is de beschrijving van de totale astronomie in Ptolemaeus' tijd, hieronder begrepen een sterrentafel van 1022 sterren uit totaal 48 sterrenbeelden. Met Ptolemaeus in de hand kunnen we direct al naar Nicolais punt 1: "Gegist bestek heeft mets met astronomie en wiskunde van doen." In de zeevaartkunde werd tot circa 1960 "de gegistbestekmethode" gedefinieerd als het varen tussen twee "ware plaatsen". Vervol gens werd tussen twee ware plaatsen de eigen koers en vaart met de heersende wind en stroomfactor zo nauwkeurig mogelijk ge meten en in de "gis" meeberekend. Een ware plaats is de haven van vertrek, bijvoorbeeld een kathedraal of vuurtoren, en na het verlie zen van meetpunten op het land komt de as tronomische plaatsbepaling aan de orde. Een ware (astronomisch bepaalde) plaats wordt, in de zeevaartkunde, gedefinieerd als drie hoogtelijnen van vaste sterren die elkaar snij den en door één punt gaan. Lukte de één- puntssnijding niet, dan ontstond een driehoek waarvan het middelpunt als een "benaderde ware plaats" gedefinieerd was. De rol van universiteiten (quadrivium) hierbij was om de noodzakelijke sterrentafels, wiskunde en geometrie eenvoudiger, nauwkeuriger en handzamer voor navigatie-officieren, forten bouwers/ingenieurs en kaartconstructeurs te maken. Nicolais pu nt 2: "Er is geen verband tussen Ptolemaeus en portolaankaarten". en in het verlengde hiervan: "universiteiten hadden niets van doen met de tijdmeting voor het uitrekenen van geografische posities." Voor het uitrekenen van de absolute ofwel astrono mische tijd is een sterrentafel noodzakelijk. Deze tafels werden geleverd door astrono men (op quadriviumniveau). Zie mijn noot 2. Ptolemaeus' nulmeridiaan liep over Alexan- drië. Ten opzichte van deze referentielijn be rekende en publiceerde liij de geografische posities van alle, toen relevante Middellandse Zeehavens. Meer over het historische belang van Ptolemaeus is te lezen in het boek van de Leidse astronoom Harm Habing: Kosmos. Geschiedenis van de sterrenkunde van Sto- nehenge tot Hubble2009. 123

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2014 | | pagina 37