Overzicht
Om een beeld te geven van het omrekenen en
de resultaten van onderzoek volgt hier een
overzicht:
Eerst een beknopte weergave met voorbeelden
van vijf van 35 onderzochte lokale landmaten
van bedrijven met daarbij een verklaring van
de hieronder vermelde kolommen van de be
schreven landerijen:
I - Kaartnummer en naam van een dorp of
plaats
II - Aantal grasen (g), deimten (d) of jukken
(j) alsmede hun aanduiding
III - Omrekeningsfactor zoals vermeld in de
cartouche, maar afgerond op hele roeden
IV - Berekende oppervlakte van de lokale
landmaat van een dorp in ha
V - Van dorpsmaten naar ha's omgerekende
oppervlakte van een bedrijf van 1729.
VI - De kadastrale oppervlakte van de boer
derij volgens Hisgis van 1832 in ha
VII - Verschil tussen de oppervlaktes van 1729
en 1832 in ha
Derhalve vijf uitkomsten van omgerekende
landmaten van in totaal 35 bedrijven met totaal
289 percelen, waarvan de verschillen in omge
rekende ha zich kenmerken door op het oog
gelijke verschillen met individuele verschillen
per perceel. In de bijschriften van de lijstjes
werd veelal in de vierde kolom van de lijstjes
vermeld welke lokale oppervlakte-eenheden
van grasen, deimpten en/of jukken werden be
schreven. Het is verrassend dat er, de geconsta
teerde verschillen in precisie in aanmerking
genomen, toch nauwelijks echte gro
te fouten aanwijsbaar zijn in de be
palingen van aantallen Stadsroeden
in ha van de meeste van de opper
vlakteberekeningen van Folckers van
de bedrijven anno 1729, alsmede van
de oppervlaktebepalingen van het Kadaster
van 1832.
Tafels ter herleiding door G. Kuyper
Reeds eerder werden in deze bijdrage de tabel
len van G. Kuyper vermeld. In 1823 stelde G.
Kuyper tafels op van de in Noord-Nederland
gangbare lokale oude landmaten met een her
leiding naar de "Nederlandsche landmaat" in
ha. Maar al veel eerder had Groningen in 1555
al het in 1618 gekopieerde "Schatregister met
opgave der in gebruik zijnde landmaten".
Kuypers stelde zijn tafels al op zeven jaar na
de invoering van de IJkwet van 21 augustus
1816 en drie jaar na de invoering van het me
triek stelsel op 1 januari 1820.1 Hij noemde
zich mathematicus en arrondissementsijker in
Groningen.
Met de gegevens uit de tafels kunnen op basis
van de in de atlas vermelde omrekeningsfacto
ren in Stadsroeden, alsmede de door landmeter
Folckers berekende deimpten, grasen en/of
jukken na aftrekking worden vergeleken met
de uitkomsten per
dorp uit de Tafels van
Kuyper. De Tafels van
Kuyper omvatten de
vermelding van wel 63
verschillende maten
van grasen, deimpten
en jukken, die in
grootte variëren van 0.2045 ha tot 0.6137 a. Uit
genoemde Tafels blijkt dat de beschreven
waarden gelden voor wel 189 dorpen in Gro
ningen. Hiervan als voorbeeld het gras van
Bedum, dat zoals blijkt uit de kolommen 5, 6
en 7 overeenkomt met 0.46106 ha. Het bete
kent ook dat sommige waarden van genoemde
landmaten derhalve gelden voor meerdere dor
pen. Uit zijn tafels blijkt dat de hieronder ver
melde 189 aantallen landmaten van dorpen en
steden in zijn tafels zijn opgenomen, en wel:
10
Groningen:
Friesland:
Drenthe:
deimpten 9
grasen 131
jukken 32
mudden 6
voerlingen 2
pondematen 1
gr./kl. honden 1
klemmen 1
pondemaat 1
mat 1
dagmat 2
morgen 1
mudde 1
Knr)
ii(g)
III
IV (opp)
V(opp)
VI (opp)
VII (v)
32 Winsum-O.
37 g
275
0.4609 ha
17.0903 ha
17.0910 ha
0.0007
38 Eenderom
58 j
327
0.5470 ha
31.8249 ha
31.6730 ha
0.1691
46 Riep (huisk)
38 g
276
0.4560 ha
17.3367 ha
17.3110 ha
0.0257
57 Oostum
591/4 g
276
0.4617 ha
30.8051 ha
30.6720 ha
0.1331
66 Wierum
3 g
366
0.6122 ha
2.3075 ha
2.3640 ha
0.0565
1 G, Kuyper, Tafels ter Herleiding enz,, RJ.Schierbeek Groningen 1823