a
r' e11 e 1 b 1 n 0
Uit de tafels blijkt dat de gemiddelde opper
vlakte van deimpten, grasen en jukken als
volgt zijn:
- 5 deimpten hebben een gemiddelde opper
vlakte van 0.67922 ha met als onderste waar
de 0.48040 ha en als bovenste waarde
1.01657 ha. Dit met een standaardafwijking
van 0.20444 ha
- 37 grasen hebben een gemiddelde opper
vlakte van 0.50250 ha met een onderste
waarde van 0.29490 ha en als bovenste waar
de 0.90362 ha. Dit met een standaardafwij
king van 0.10156 ha.
- 13 jukken hebben een gemiddelde opper
vlakte van 0.53912 ha met een onderste
waarde van 0.48470 ha en als bovenste waar
de 0.65565 ha. Dit met een standaardafwij
king van 0.04502 ha.
Voor de overige weinig voorkomende land
maten als mudden en voerlingen gelden sterk
hiervan afwijkende oppervlaktes. Met behulp
van de tafels van Kuyper zijn bovengenoemde
Groningse landmaten gerubriceerd: jukken in
het noordwesten, grasen in het zuidwesten en
noordoosten en deimpten in het zuidoosten.
Het blijkt dat de "deimpt" wel ongeveer de
standaardlandmaat van het Oldambt en Wes-
terwolde was, een viertal keren andere land
maten werden gebruikt. Anders was het in het
noordelijke kleigebied en het Westerkwartier
waar in 131 dorpen en gehuchten "gras" de
lokale maat was, met zeer verschillende opper
vlaktes. Dit met uitzondering van het weste
lijke gedeelte van Hunsingo met het Reitdiep
als zuidgrens en Uskwerd als meest oostelijke
begrenzing van deze regio, waar in 32 dorpen
het "juk" de standaardlandmaat was, met even
eens verschillende oppervlaktes. Incidenteel
beschreef Kuyper nog een aantal van 11 spora
disch voorkomende landmaten als mudden,
voerlingen, pondematen, grote en kleine hon
den alsmede klemmen.
Omissies
Het zal duidelijk zijn dat de waarden van
deimpten, grasen en jukken totaal met elkaar
verschillen, evenals vele andere landmaten
welke in de lijstjes van de Atlas en de eerder
genoemde tafels werden beschreven.
Na vergelijking van de al eerder genoemde
A F E L S,
lv TIt /p U
zelfberekende uitkomsten van lokale landma
ten is gebleken dat zo'n twintig landmaten on
geveer overeenkomen met de waarden van de
tafels van Kuyper; dit behoudens verschillen
van gemiddeld 5 ca. Geheel anders is het met
de andere berekende landmaten van de kaarten
35, 36, 37, 38, 40, 44, 46, 47, 48 49 en 56. Hier
heeft Kuyper, gelet op de eigen berekeningen
van herleide landmaten welke gebaseerd waren
op kadastrale (hisgis-joppervlaktes, duidelijk
een paar steken laten vallen, waarvan de be
langrijkste aldus zijn te vermelden:
Eenderom: Na raadpleging van de tafels blijkt
dat Eenderom of Eenrum van Kaart 35 en
38 niet voorkomt in de tafels, zodat vergelij-
11
V A N D E
OUDE LANDMATEN,
WELKE IN DE
PROVINCIE GRONINGEN
em i» een GEDEELTE van
VRIESLAND en DRENTHE
xn GEBRUIK z»J»,
TOT DE
NEDERLANDSCHE LANDMAATj
C
Naam
Lengte d. Roede
der
in
in
Plaaifen.
Gr on.
Ned.
Ellen1
voeten.
vt. dra.
Bed urn
15 O
4-383
Betrflttfuiïtrik,
11 —0
Vederl.
Gras]
a
3
4
5
6
7
S
9
io
Opt.
t
3
4
to.6
ii.a'
42.5
53-4
74-4
*5-
95-7
Nedtrl.
i—
WJ
7:'
rJ
a
0
rj>.e
i
3'
0
3«-4
3'
0
57'*
4
0
5
O
9Ö.0
6
1
l5--
t
34-4
K
1
53-d
9
1
7*.S
to
1
92.1
1
O
37-d
5*
9
0
753
3
1
la. 9
1
So. 6
i e
I
88. a
G. Kuyper, Tafels ter Herleiding enz..
R. J.Schierbeek Groningen 1823