samen met de leggers en het register 71, te raadplegen via de zogenaamde Kadaster Archiefviewer. Andere RHC's en archiefonder delen zullen volgen, wordt ons beloofd. Deze lovenswaardige ontwikkelingen naar meer openheid van het kadastrale erfgoed, in samen werking met de RHC's, zijn voor het Kadaster aanleiding geweest voor de uitgave van een weelderig uitgevoerde "handleiding voor de particuliere onderzoeker", waarmee deze in de kadastrale archieven (ook de niet-gedigitali- seerde of elders bewaarde) zijn of haar slag moet kunnen slaan, zonder van slag te raken. De onderzoekers hebben het jarenlang moeten doen met de doorwrochte "Kadastergids" van Keverling Buisman en Muller uit 1979, plus nog wat andere handboeken, maar nu heeft het Kadaster, als aanbieder van de informatie, bij mijn weten voor het eerst zelf het initiatief ge nomen. Het boek is een mix geworden van handlei ding, naslagwerk, geschiedschrijving en verza meling van adresgegevens. Samensteller Maan Verheijen zegt er in zijn "Ten geleide" onder meer het volgende over: "Kennis inzake de meest geraadpleegde bronnen, te weten: de kadastrale legger, de minuuttoestand en de akten van eigendom, vormen de hoofdmoot van deze handleiding". Aan de legger en de transportakten en hun raadpleging (deels via de Archiefviewer) wordt inderdaad ongeveer de helft van het boek gewijd. De minuuttoe stand (minuutplan en Oorspronkelijk Aanwij zende Tafel, OAT) moet het daarentegen doen met netto ongeveer tien bladzijden, de laatste vijf bladzijden van het betreffende hoofdstuk gaan namelijk over de Suppletoire Aanwijzen de Tafel (SAT), het veldwerk en de hulpkaart, zaken die (met het bijblad) eerder tot de bij- houding moeten worden gerekend. Dit hoofd stuk is uitsluitend beschrijvend (voor OAT en SAT te kort!) en legt niet uit watje met de be sproken stukken als onderzoeker kunt doen. Dat laatste geldt overigens ook vaak bij andere minder courante archiefonderdelen. Met de openingszin op p. 138: "De hulpkaart is voor de onderzoeker in de kadastrale legger soms de redder in de nood" komt het belang van de hulpkaart voor de bijhouding (in relatie tot het amper besproken bijblad) en voor het histo risch ruimtelijk onderzoek echt onvoldoende uit de verf. En dat is jammer, nu de gescande hulpkaarten (en veldwerken) zo mooi beschik baar zijn gekomen op de Archiefviewer. Het werken met de legger wordt, inhoudelijk ge zien, goed besproken, ook op kleine details, zodat de particuliere onderzoeker er zeker goed zijn of haar weg in zal kunnen vinden, maar het omgaan met de verschillende typen kadastrale kaarten (niet allemaal beschikbaar op de Archiefviewer helaas, en wat is er nu precies als origineel, bijvoorbeeld aan bij bladen, bewaard gebleven?) komt amper aan de orde. Veel kaarten zijn ook wat te klein af gedrukt, of slechts als fragment. De ruimte gebruikt voor het merkwaardig anekdotische hoofdstuk "Verantwoording" (14 pagina's) achterin het boek had mijns inziens beter be steed kunnen worden aan een bladzijden- vullende weergave van complete kaarten met daarnaast fragmenten 1 op 1. De titel van het boek suggereert min of meer een benadering van de stof vanuit het perspec tief van de gebruiker, diens begrippenapparaat en onderzoeksvragen. Dit blijkt helaas onvol doende het geval. We lezen weliswaar op p. 12: "Het Kadaster stelt de wensen van de klant centraal in zijn handelen", maar in het boek blijkt niets van een inbreng vanuit de gebrui kersgroep, en worden, anders dan in de oude "Kadastergids", verschillende mogelijke onder zoekstrajecten ook niet beschreven of geanaly seerd. Voorbeeldprojecten zijn niet opgeno men. Heeft het Kadaster daar geen kennis van, eventueel via de RHC's? De beschrijvingen zijn vooral gericht op de kadastrale archiefbe scheiden, steeds vanuit het perspectief van het Kadaster, zonder dat ook voor onderzoekers fundamentele begrippen als eigenaar, recht en perceel met hun afzonderlijke kenmerken eerst uit de doeken zijn gedaan. Schema's voor de samenhang tussen de kleinste informatie eenheden onderling (zie bijvoorbeeld bijgaand 43

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2015 | | pagina 45