schema van Jo Henssen uit 1995) en hun rela ties met de archiefbescheiden (zoals heel goed in de oude "Kadastergids" in beeld gebracht) ontbreken, wat de vraag opwerpt of de (begin nende) onderzoeker wel een goed "conceptueel model" van het kadastrale systeem heeft ge vormd voordat hij of zij meteen in het diepe van legger en archiefviewer wordt geworpen zoals nu in het boek gebeurt. Op diverse plek ken worden ook archiefstukken genoemd zon der (goed) plaatje erbij, en ik had mede daar door sterk de indruk dat de volgorde van behandeling beter kon. Met de feitelijke inhoud van de behandelde onderdelen is weinig mis, de uitleg is vrijwel altijd helder, maar de struc tuur van het totaal vond ik echt onbevredigend, zeker voor een boek dat een handleiding pre tendeert te zijn. Een duidelijker onderscheid tussen de vastgelegde situatie op een bepaald moment, en de bijhouding van veranderingen, niet alleen in de legger, maar óók in de kaart, zou mijns inziens ook be hulpzaam zijn om de weg te vinden in het "donkere woud aan ge gevens" waarvan Godfried Barnas- coni in zijn "Voorwoord" rept. En ik miste ook nog suggesties hoe je als onderzoeker de geraadpleegde gegevens zou kunnen vastleggen (op papier, camera, laptop, usb- stick?) voor verdere analyse en be werking thuis. Wanneer je dat niet goed organiseert haal je gegaran deerd al gauw perceelnummers en artikelnummers door elkaar, en verdwaal je alsnog jammerlijk, is mijn ervaring. En hoe combineer je hulpkaarten tot gereconstrueerde (delen van) bijbladen, een activiteit waar ik heel veel ervaring mee heb en wat grotendeels los van legger bestudering kan gebeuren? Samenvattend: het raadplegen van de kadastrale legger komt in het boek goed aan de orde, maar de betekenis en het gebruik van het kadastrale kaartwerk zijn onder belicht, terwijl het kadaster toch echt een eenheid is van kaarten en registers, en een autoriteit als Boer Hzn zelfs de kaart (dus niet de legger) als fundament van het kadaster be schouwde, in zijn voorwoord bij E, Molema's "Ons kadaster voor oningewijden geschetst" uit 1898. Ik mis een duidelijke volgorde van behandeling van kleinste informatie-eenheden, via de (deels digitaal beschikbare) archiefbe scheiden, alles in hun onderlinge samenhang, naar de door de onderzoekers te maken pro ducten. En ook stimulerende praktijkvoorbeel den van de mogelijke onderzoekstrajecten door het rijke kadastrale erfgoed worden node ge mist. Iets voor een vervolgdeel? Maar ondanks deze kritiek is "Aan de slag zijn bescheiden prijs zeker waard, want u kunt er, hoewel naar mijn idee niet optimaal, mee aan de slag. Al doende leert men. Er valt een hoop te ontdek ken! René van der Schans woonadres beroep MENS (subject) geboortedatum burgerlijke staat bedrijfstype zekerheidsrecht hypotheken lasten (belemmeringen) erfdienstbaarheden RECHT (rentmeester schap) adres gebruiksrecht eigendom bezit erfpacht opstalrecht vruchtgebruik gebruik PERCEEL (object) aard aanduiding oppervlakte [vorm, ligging] waarde Naar J.L.G. Henssen (1995) Basic principles of the main cadastral systems in the world De kernbegrippen van het kadaster, hier nog zonder enige verwijzing naar de papieren documenten of digitale bestanden waarin een en ander is vastgelegd, en ook nog zonder voorzieningen voor de bijhouding. 44

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2015 | | pagina 46