unde
genwoordig uit naar Engelstalige literatuur.25
Als we kijken naar de instrumentele en techni
sche ontwikkelingen in het vakgebied, dan is
er weinig vooruitgang sinds het eind van de
twintigste eeuw. De optische apparatuur, zowel
voor hoekmeting als waterpassing, is rond deze
tijd volledig gedigitaliseerd, terwijl GPS, door
haar toenemende nauwkeurigheid, steeds vaker
als vervanger voor optische geodetische syste
men wordt ingezet. Door de digitalisering en
nauwkeurige GPS-systemen lijkt het vak steeds
meer tot knoppendrukkerij te zijn verworden
en is het ogenschijnlijk vereenvoudigd.
Daarnaast is de trend van de afgelopen halve
eeuw om het moderne landmeten, door middel
van remote-sensingtechnieken, steeds vaker
vanuit de lucht en ruimte uit te voeren. De eni
ge vernieuwende terrestrische technieken die
ik heb kunnen vaststellen (naast het steeds
nauwkeuriger worden van optische systemen)
is het laserscannen en het fotogrammetrisch
scannen.26
De combinatie van terugval in studenten, het
gebrek aan ontwikkelingen in het vakgebied en
de overgang naar Engelstalige literatuur maakt
het lastig om op een rendabele manier nieuwe
Nederlandstalige landmeetliteratuur uit te
brengen. Bovendien zal in geval van stilstand
de bestaande literatuur nog prima voldoen en
is er dus geen reden deze te vervangen of te
vernieuwen. Alberda's werk is hiervan een
goed voorbeeld. De zevende druk is in 2003
verschenen en sindsdien diverse malen her
drukt om de slinkende voorraad aan te vullen
(zie figuur 11).27
Toch is er hoop voor de liefhebber van Neder
lands werk, want uit een recent artikel in Geo-
Info valt op te maken dat de toestroom van
nieuwe studenten in het landmeetonderwijs hier
ten lande de laatste jaren weer in de lift zit.28
Ook bij de opleiding Ocean Technology zien
we deze tendens en komend studiejaar bestaan
alle klassen voor het eerst sinds jaren weer uit
meer dan twintig studenten. Optische geodeti
sche instrumenten worden naast GPS-systemen
nog volop in het veld gebruikt en vormen dus
een vast onderdeel in het onderwijs. Een nieu
we druk van Alberda of een waardige opvolger
ervan zou kunnen inspelen op het correct com
bineren van beide geodetische technieken,
vooral in die landen waar geen geoïdemodel
beschikbaar is. Dit, wellicht gecombineerd met
vormbepaling, industriële- en deformatiemetin
gen, zou een mooie volgende stap kunnen zijn,
waarvan Zondag een eerste aanzet gegeven
heeft met zijn werken over bouwmeten. Hope
lijk is dit in het Nederlands rendabel (en ge
wenst!), want het zou jammer zijn als met Al
berda's zevende en Zondag's tweede druk een
einde gekomen is aan ruim 400 jaar Neder
landstalige landmeetliteratuur.
58
Figuur 11: De zevende druk van Alberda's werk
25 Met dank aan Johan Krook, uitgever van Delft Academic Press VSSD, voor deze observaties. VSSD is de uitgever van o.a.
Alberda's werk
26 Het fotogrammetrisch scannen is een soort van laserscannen, maar in plaats van met een bundel laserlicht de omgeving af te
scannen, wordt uit twee of meer foto's automatisch een 3D-puntenwolk gegenereerd.
27 Zie noot 25.
28 Adri den Boer, 'Instroom geo-onderwijs veelbelovend?', in: Geo-Info,2013-8/9, (Nijkerk, 2013), pp. 39-42