Reacties 2015-1 (Atlas der Stadslanden van Groningen [3]) In de vorige editie van ons blad verhaalde Henk Holsbrink nog uitgebreid over de Gro ninger Stadsroede en keerde hij terug naar de kladkaarten uit de eerste aflevering van zijn verhaal. Een van deze kladtekeningen betreft de percelen L, N, M en O nabij Frytum in de provincie Groningen, waarover Henk schreef dat deze wel eens op schaal zouden kunnen zijn getekend..." en dat het verbazingwek kend [is] dat [ze] zelfs in de kleinste details zo goed met elkaar overeenstemmen." Op pa gina 15 waren de originele kladtekening uit 1729 en de kadastrale kaart van hetzelfde ge bied uit HisGIS (situatie rond 1832) als aparte afbeeldingen opgenomen. Hieruit bleek inder daad dat beide sterke overeenkomsten vertoon den. Door de twee kaarten, in plaats van naast elkaar, op elkaar te leggen kunnen we de over eenkomsten, maar ook de verschillen, nog be ter zien, zie bijgaande figuur. Om de twee met elkaar te kunnen vergelijken moesten ze ver schaald en geroteerd worden, waarbij de His- GIS-kaart zijn noord-oriëntatie behield. Na rotatie van exact 10 graden lijken de percelen L, M en N van de kladtekening bijzonder goed overeen te stemmen met HisGIS, terwijl per ceel O volledig foutief georiënteerd is. Opmer kelijk is het wanneer we proberen perceel O correct te oriënteren. Lang zoeken was hier voor niet nodig: de eerste gok was -10 graden, waarbij het kaartbeeld van perceel O opmerke lijk goed klopt, zie onderstaande afbeelding. Het ziet ernaar uit dat de landmeter zich ver gist heeft bij het onderling oriënteren van de twee gedeelten ter weerszijden van de weg. De kladtekening stamt uit 1729, een tijd waarin de opmetingen werden gerelateerd aan het mag netisch noorden. Om de kaart vervolgens te kunnen vergelijken met HisGIS moet de me ting voor de magnetische declinatie (miswij- zing van het kompas) gecorrigeerd worden. Hoewel reguliere waarnemingen van de mag netische declinatie door het KNMI pas in 1849 begonnen, is deze gelukkig toch bekend voor de periode van bovenstaande opneming. In Utrecht werd de declinatie namelijk in de peri ode 1728-1739 door Peter van Musschenbroek gemeten, waardoor we weten dat deze in 1729 circa -13°15' bedroeg.1 Het moge duidelijk zijn dat de kladtekening hiervoor niet gecorrigeerd is, maar ook dat deze waarde fors afwijkt van de 10 graden die nodig is de kladtekening cor rect te oriënteren. Het kan zijn dat de landme ter een verouderde waarde van de declinatie gebruikt heeft, maar die zou dan ten minste tien jaar verouderd moeten zijn. Het is dan ook waarschijnlijker dat hij een willekeurige rich ting voor het noorden aanhield, iets dat niet 90 De kladtekening van percelen L, M, N en O vergeleken met HisGIS na 10 graden verdraaiing De kladtekening -10 graden gedraaid en vergeleken met HisGIS 1 F.H. Schreutelkamp, 'Het aardmagnetische veld ontrafeld', in: Zenit, (maart 2001), zie: http://www.knmi.nl/cms/mmbase/attachments/67706/aardmagnetischveld_ontrafeld.pdf (laatst geraadpleegd 3 mei 2015).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2015 | | pagina 44