piacta'cU Des ïantmtttttff. Het volgende Nederlandstalige werk dat voor nulpunt in aanmerking komt is het in 1537 van de hand van Gemma Frisius verschenen Een boecxken seer nut ende Profitelijc allen Geo- graphiens leerende hoemen eenighe plaetsen beschrijven ende het verschil oft distantie der selver meten sal, welck te voren noyt ghesien en is geweest. Met dit werkje, dat een aanhang sel is van Frisius' vertaling van Petrus Apia- nus' Cosmographicus Liber, wordt de basis gelegd van de driehoeksmeting.6 Hoewel deze materie tegenwoordig standaard onderdeel is van de landmeetkundige leerstof, was dit in de zestiende eeuw zeker niet het geval. Zoals Pouls het verwoordde "...was deze tekst in de eerste plaats bestemd voor geografen...", want .In de tijd dat Frisius dit boekje schreef was een landmeter nog geen kaartenmaker."7 Het eerste werk waar de landmeter daadwerke lijk het vak mee kon leren, is getiteld Practijck des Lantmetens: Leerende alle rechte ende cromsijdige Landen, Bosschen, Boomgaerden, ende ander velden meten, soo vvel met behulp des Quadrants, als sonder het selve. Dit werk wordt in het algemeen samengebonden met Van het gebruyck der Geometrijsche instru menten: Leerende alle onghenakelicke leng ten, breeden, vvijden, hoochten ende diepten, met behulp van sommighe Geometrijsche in strumenten af te meten.... Beide zijn geschre ven door Johan Sems en Jan Pietersz. Dou en werden voor het eerst gepubliceerd in Leiden in 1600 (zie figuur 3). Volgens de eerdergenoemde criteria zijn er sinds (en inclusief) het verschijnen van het Practijck des Lantmetens circa 80 Nederlands talige werken in circa 175 drukken verschenen, waarvan ten tijde van dit schrijven circa twee derde in mijn collectie aanwezig is. De ontbre kende werken, ongeacht leeftijd, zijn dermate zeldzaam dat ze momenteel niet verkrijgbaar zijn. Ik schrijf bewust dat er 'circa 80 Neder landstalige werken in circa 175 drukken' zijn verschenen, aangezien het mij niet 100% dui delijk is of ik volledig op de hoogte ben van alle uitgaven. De eerder door mij vermelde ge bundelde editie van Alberda's werk was mij bijvoorbeeld tot vóór de donatie door Cees Aarts onbekend en naar verwachting zullen er dus niet alleen mij onbekende drukken, maar wellicht zelfs mij onbekende titels in omloop zijn geweest. Anderzijds mag uit de voorgaan de alinea's duidelijk zijn dat het aantal mede afhankelijk is van de criteria die men aan de werken stelt. Ik pretendeer dan ook niet dat de lijst van werken achteraan dit artikel compleet is, laat staan definitief, maar hoop dat dit een goede start is als leidraad voor verzamelaars van en voor verder onderzoek naar de Neder landstalige landmeetkundige literatuur. Temporale distributie Nu er een lijst is, behoort een analyse van de temporale distributie van de werken tot de mo gelijkheden. Deze temporale distributie geeft een overzicht van het aantal publicaties per tijdseenheid over de afgelopen eeuwen. Ik heb dit op twee manieren gedaan: ten eerste door 52 Lcc mnk al Ier cell tccndêc ra mfijiligc Landen, Eolith en, Boomgjctdcn, ciidcacidci velden meten, foo vel met behulp de» QuSrUïuitijJi (ójuJci hei fclve. Aftdtfeadtrs alle Landen deden inghelijcke ende tngfitUjtit deelcü ep •vtrfihtjdttt ecitighe mtttwt ffMeumlttri* '/jftSiB iterue innende* ©an niftijlflOttotniwrtttrt möt in^utü iiptgljmfitutti boot lühjn Sems ntttinittmi lanrtnOtr bpMntJobfuan w;Kft»nt,'Cn Uil KtmcihDe», jjM&muKfft taitutrtttlip Otulpfic tuit ijeSfcit. efirtiafttotSwtttntoliKtJïoutomrj. Aiina j tea. Figuur 3: De eerste editie van Practijck des Lantmetens uit 1600 6 Zie: G. Frisius, H.C. Pouls, 'Een nuttig en profijtelijk boekje voor alle geografen', in: H.C. Pouls, Nederlandse Commissie voor Geodesie 37, (Delft, 1999). 7 G. Frisius, H.C. Pouls, 'Een nuttig p. 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2015 | | pagina 6