een markt zag. Hij 'adverteerde' er in 1952 ook
mee in de buitenlandse geodetische literatuur,9
en de Smithsonian Institution Library in Ame
rika zou aangaande het "solar prism attach
ment" zelfs een (niet gedateerde) 'trade cata
log' van C.J. van Leeuwen te Delft in bewaring
hebben.10
Uitvoering en ontwikkeling
Bij de praktische realisatie van zijn idee koos
Roelofs, uitgaande van de schijnbare diameter
van de zon (in de loop van het jaar met ca. 30"
variërend rond 32') d 23' als deviatie voor de
beide voorzetprisma's (verder aan te duiden
met 'wiggen') die daartoe, met een brekings
index n (afhankelijk van de gebruikte glas
soort: nominaal 1,5) en rekening houdend met
de kleine d, bij instrumentmaker Van Leeuwen
een brekende hoek b d/(n-1) ca. 46' kre
gen. In het centrum van het voor de waar
nemers comfortabel groen oplichtende 'vier-
zonnen-patroon' ontstond aldus een kleine
quasi-vierkante donkere uitsparing met boog
vormige zijden van 11" in december tot 75" in
juni; over het jaar genomen optimaal om op te
kunnen instellen.11 Zoals Roelofs al opmerkte,
werd dan niet direct gericht op het midden van
de zon, maar in hoogte en azimuth excentrisch
daarvan: Ah 1/2d ±11',5; Aa 1/2d.sec
h (11',5).sec h; al naar gelang in nor
male, of doorgeslagen kijkerstand werd geme
ten. Een beperking die, naar prof. Roelofs eind
februari 1956 te München in een voordracht
meedeelde,12 "neuerdings" als belangrijkste
recente verbetering van zijn instrument was
opgeheven door de beide oorspronkelijk plan-
parallelle filters te vervangen door enigszins
prismatische. Met een beoogde deviatie van
1/2d= 11',5, hun brekende ribbe als draaiingsas
evenwijdig aan die van één van de beide wig
gen en ten opzichte daarvan 180° om hun ribbe
gedraaid, zouden de prismatische filters vóór,
respectievelijk achter de beide wiggen zijn aan
gebracht. Aldus werd de excentriciteit opgehe
ven en het donkere vierkantje, zoals gewenst,
direct op het centrum van de zonneschijf ge
plaatst. "Neuerdings" is te zoeken in 1954
1955, kort nadat Wild Heerbrugg (Zwitserland)
de productie van het zonneprisma had overge-
nomen.13 Bij latere Wild-edities werd de geza
menlijke corrigerende breking door de twee
prismatische filters vervangen door die van één
enkel prisma, over de volledige doorsnede ge
plaatst achter de beide wiggen. Aldus kon wor
den volstaan met goedkopere planparallelle
143
ZON
normaal op binncnvlak prisma
buitenvlak (prisma
brekende hoek b
deviatie n -l) x i
Stralengang door wigvormig prisma met
excentrische afbeelding zon. Tekening: schrijver
brekende ribbe
brekende hoek p l/(n-l) x U'j5 ca. 23'
Impressie van een prismatisch uitgevoerd filter.
Tekening: schrijver
9 C.J. van Leeuwen, "The Roelofs Solar Prism Attachment", Survey Review Vol. 11 (1952), p. 240
10 www.collections.si.edu
11 Roelofs 1950, pp. 67-69
12 R. Roelofs, "Neue Methoden der Sonnenbeobachtung zur Orts- oder Azimutbestimmung", Zeitschriftfür Vermessungswesen
1957, pp. 149-152. Zijn fig. 2 van de "neue Ausführung" geeft een foutief beeld van de plaatsing van de wiggen (Prisma's), die in
werkelijkheid hun 'hoge kant' niet, zoals gesuggereerd, aan de buitenzijde hebben, maar aan de binnenzijde.
13 "After Professor Roelofs turned over his prism idea to WILD for fabrication, we found there is an easy way to bypass the
eccentritricity Citaat Wild in: Gerald E. Murphy, A comparison of the methods used in determining azimuth by solar observations,
masters scriptie The University of Arizona, 1964