Cornells Johannes van Leeuwen (1917-1994),
fabrikant van speciale instrumenten
zij de derde druk van Schermerhorn weten we
nu dat de gecorrigeerde exemplaren reeds in
1953 op de markt kwamen, terwijl Roelofs
prisma's bij Leica tot in de eenentwintigste
eeuw leverbaar bleven. Uit mijn eigen onder
zoek is gebleken dat ook bij de gecorrigeerde
exemplaren nog significante centreerfouten
kunnen voorkomen en dat het waarnemen in
twee kijkerstanden dus onontbeerlijk is voor
een goede meting. Uit eigen ervaring en be
richten van mijn studenten blijkt dat het
Roelofs-prisma nog volop in gebruik is. Naar
verwachting zal dat voorlopig nog wel zo blij
ven, hetgeen ook wel blijkt uit de snelheid
waarmee en prijs waarvoor ze doorgaans ver
kocht worden. Tot slot hoop ik dat dit door
Aardoom gehoopte en verwachte "aanvullend
- desnoods kritisch - commentaar" bijdraagt
aan de historische kennis over het zonneprisma
van Roelofs en aan de kwaliteit van toekom
stige metingen die ermee verricht worden.
Prof.dr.ir. Leen Aardoom
Was onder de meer gangbare waarnemings- of
meetinstrumenten (verrekijkers, microscopen,
thermometers, barometers en weegtoestellen)
geodetische apparatuur al bijzonder, het door
professor R. Roelofs uitgevonden zonneprisma
was toch 'speciaal' te noemen. Zijn zonnepris-
ma was speciaal, zowel vanwege de uitvinding
als de selectieve gebruiksmogelijkheden ervan.
De Delftse hoogleraar kwam er in de jaren
1945-1946 mee voor den dag, maar hij gaf er
in Nederland pas in 1950 algemene bekendheid
aan in zijn voor internationaal gebruik bedoel
de handboek over de geodetische astronomie.1
Toen hij dat vak in de jaren 1929-1935 in toen
malig Nederlands Indië beoefende en daarbij
geconfronteerd werd met de praktische proble
men bij metingen op de zon, bedacht Roelofs
- in de jaren 1942-1946 bij de TH Delft lector
in 'het landmeten, het waterpassen en de geo
desie' - een instrumenteel 'trucje' om direct te
kunnen richten op het beoogde middelpunt van
de zonneschijf en aldus de praktische proble
men goeddeels te elimineren.2 In Delft vond
hij ook de vaardige handen om zijn idee te im
plementeren; die van C.J. van Leeuwen, naar
wie hij in zijn genoemde boek bij enkele illu
straties verwees: "Courtesy C.J. van Leeuwen,
Delft, Holland"; kennelijk doelend op diens
betrokkenheid bij de realisatie van het getoon
de zonneprisma, evenals Roelofs "Kern Co,
Aarau, Switserland" vermeldde als de leveran
cier van de DKM-2 theodoliet, waarop het
zonneprisma, bedrijfsklaar gemonteerd, werd
afgebeeld. Bij zijn verantwoording van de rol
die C.J. van Leeuwen speelde bij de totstand
koming van het nieuwe instrument was prof.
Roelofs helaas niet zo expliciet; evenmin als
trouwens elders, waar hij schriftelijk over het
zonneprisma rapporteerde.
Naast dit unieke instrument kennen we geen
geodetische producten in de ontwikkeling of
productie waarvan C.J. van Leeuwen aantoon
baar de hand had. Bijgevolg dreigt zijn naam in
de geodetische wereld in de vergetelheid te
geraken en hij daar bijgevolg in de geschied-
8
1 R. Roelofs, Astronomy applied to land surveying, Amsterdam 1950
2 Leen Aardoom, "Het zonneprisma van Roelofs: de zon waarneembaar als een ster", De Hollandse Cirkel 17 nr. 4 (december 2015),
pp. 140-145