onderwijs hebben genoten, vermoedelijk aan
de Chr. MULO te Alphen a/d Rijn.
Mevrouw Van Leeuwens jongste zoon Kees
meldde zich in februari 1932 - hij was toen 14
jaar - te Leiden als nieuwe leerling voor de op
leiding 'electriciens-instrumentmakers', ge
boden door de Vereniging "De Ambachts
school".5 Zonder doublures haalde hij in maart
1935 de eindstreep,6 waarna hij zich als gedi
plomeerd instrumentmaker kon aanbieden.
Anders dan zijn oudere broers had hij voor het
handwerk gekozen.
Via Wild naar Delft
Het is niet gebleken wie of wat hem op dat
spoor heeft gezet, maar in april 1938 vertrok
instrumentmaker C.J. van Leeuwen uit Alphen
a/d Rijn naar Heerbrugg in Zwitserland;7 om
zich in april 1941 - drie jaar later en het is in
middels oorlog - in Delft als gast te melden bij
Hotel 't Scheepje, Burgwal 8. Hij komt dan uit
Heerbrugg in Zwitserland.8 Heerbrugg, Zwit
serland? Geodetisch bezien was en is Heer
brugg identiek met de firma Wild en, naar later
zou worden bevestigd, had Van Leeuwen bij
Wild Heerbrugg praktische ervaring opgedaan
en was hij, per motorfiets door Duitsland, te
ruggereisd naar Nederland, en wel dadelijk
richting Delft, met het Laboratorium voor Ge
odesie van de Technische Hogeschool en de
Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat
aan de Kanaalweg 4, het geodetisch expertise
centrum van het land. Verrijkt met construc
tieve kennis omtrent en vaardigheid met geo
detische apparatuur (theodolieten en waterpas-,
respectievelijk luchtkarteringsinstrumenten),
was dat een uitgelezen plaats om zijn diensten
te kunnen aanbieden.
C.J. van Leeuwens Zwitserse avontuur roept de
vraag op of zijn heenreis in 1938 niet via Arn
hem leidde; de stad waar ook zijn broers hun
toekomst vonden en waar in die jaren de instru
mentenfabriek van G. de Koningh (in de
Weerdjesstraat) op volle toeren draaide als
'hofleverancier' aan geodetisch Nederland.
Daarbij was de eveneens te Arnhem gevestigde
NHM (werkgever van Kees' oudste broer) één
van De Koninghs vaste klanten; bediend, onder
meer, met een op dagelijks gebruik afgestemd
type waterpasinstrument, dat de naam van de
klant kreeg: "Model Nederlandse Heide Mij."9
Dit alles overwegende: zou de jonge Van Leeu
wen dan niet bij De Koningh zijn eerste stap in
de praktijk van het instrumentmaken hebben
gezet om, met verstand van geodetische instru
mentatie, vervolgens de opstap naar Wild te
zetten? Aldus werkend bij De Koningh zou hij
in Arnhem tijdelijk gastvrijheid hebben geno
ten, om in april 1938 te Alphen a/d Rijn burger
lijk te worden uitgeschreven naar Zwitserland.
Hoe dan ook, na een kort verblijf in Hotel 't
Scheepje, kwam Van Leeuwen begin mei meer
permanent onderdak bij de familie N. Rot in de
Thorbeckestraat,10 (toevallig?) niet ver van
waar professor Roelofs, om de hoek, in de Hof
van Delftlaan woonde. Het duurde nog geen
jaar, maar aan zijn verblijf bij de Rots zou Van
Leeuwen plezierige herinneringen en contacten
met de familie - in het bijzonder met zijn hos
pita, mevrouw Rot - overhouden. Zoon Jan
bezocht gedurende Van Leeuwens verblijf de
Delftse ambachtsschool, om in juli 1942 daar
het diploma instrumentmaker te behalen; ge
boren in 1925, een wat jongere collega dus. Jan
Rot wist zijn technische vaardigheid te paren
aan zijn artistieke belangstelling en zou later
naam maken als beeldend kunstenaar.
In januari 1942 verhuisde instrumentmaker
"C. Joh. van Leeuwen" naar Piet Heinstraat
51.11 Zijn zakelijke ambities traden nadrukke
lijk aan het licht nadat hij in oktober 1942 weer
was verhuisd, nu naar Pijnacker E 183 (Delft-
schestraatweg 137 in Delfgauw).12 Daar kreeg
10
5 Leidsch Dagblad 22-2-1932
6 Idem, 22-3-1935
7 Centraal Bureau voor Genealogie, persoonskaart van moeder, mevrouw S. van Leeuwen-Voorhoeve
8 Delftse Courant, "Komen en gaan", 26-4-1941
9 Hans van Eerden, Honderd jaar en nog volop in de groei. De Koningh 1902-2002, Arnhem 2002, p. 31
10 Delftse Courant, "Komen en gaan", 10-5-1941
11 Idem, "Verhuizingen in de stad", 31-1-1942
12 Idem, "Komen en gaan", 20-10-1942