nisch tekenwerk,35 en misschien waren de ver
duidelijkende tekeningen bij Van Leeuwens
octrooiaanvragen - waaronder die voor het
zonneprisma36 - wel van zijn hand. Het "Van
Leeuwen, Delft"-logo (de waterpassende
leeuw) zou dat niet zijn en daarmee blijft de
ontwerper daarvan helaas een onbekende.
Als B.V. zette Van Leeuwen in 1964 te Rucphen
de productie van de Dalcopy kopieermachines
voort en er kwam zelfs een verbeterde versie.
Vóór aflevering moesten de machines worden
beproefd, en ten behoeve van de toenemende
export naar de Verenigde Staten moest daartoe
zelfs aanvullend een 115 volt-aansluiting wor
den gerealiseerd. Naast 'Dalco' kreeg de fabriek
nog een buitenlandse opdrachtgever, maar nadat
Van Leeuwen een prototype dat hij naar aanlei
ding daarvan had vervaardigd, op een beurs
trots en onbevangen had gepresenteerd, werd
het principe van zijn vinding door de opdracht
gever of de concurrentie 'gekopieerd' en zonder
meer toegepast. Dat leidde tot een slepende
zaak, maar na die ten slotte te hebben gewon
nen, zag Van Leeuwen alsnog af van zijn rech
ten. Ten slotte zou het vooral de opkomst van
het 'droge' elektrostatische kopieerprocédé zijn
die de vraag naar de 'natte' Dalcopy's deed af
nemen; hand in hand met het verloop van het
voor serieproductie vereiste personeel. Daar
naast kwam, door de opkomst van boekhoud
machines, de in Rucphen nog steeds lopende
productie van Samsom-schrijfplaten gaandeweg
ook ten einde.
Hoewel Van Leeuwen liever dagelijks aan iets
nieuws werkte dan leiding te geven aan serie
productie, moest de kleine fabriek draaiende
blijven, en zo kwam hij met diverse ontwerpen
en prototypes op het gebied van de fotografi
sche processing of van andere apparatuur. Zich
vastbijtend in een technisch probleem, werkte
hij ogenschijnlijk onvermoeibaar tot het was
opgelost. Veel van zijn laatste werkbare tijd en
energie besteedde directeur Van Leeuwen aan
de ontwikkeling van een hersendrukmeter. Die
zou bestaan uit een minuscuul sensortje, waar
in een operatief op het hersenvlies geplaatst
flinterdun metalen membraantje wisselingen in
de hersendruk zou opnemen, zodat die, in elek
trische spanningsvaritaties omgezet, continu
zouden kunnen worden geregistreerd; een in
die tijd medisch-technische uitdaging die bij
Van Leeuwen helaas niet leidde tot een ont
werp dat rijp was voor het productiestadium.
Het zullen vooral de elektrotechnische aspec
ten van het project zijn geweest waarin de toch
in de eerste plaats optisch-mechanisch toege
ruste fabrikant zijn meerdere moest erkennen
in Philips te Eindhoven, die in de jaren 70 door
het Academisch Ziekenhuis in Groningen te
hulp werd geroepen. Dat Philips de Rucphense
instrumentmaker bij het daaruit voortkomende
samenwerkingsproject heeft betrokken lijkt
onwaarschijnlijk, maar is niet uit te sluiten.
Nog steeds in Rucphen woonachtig, overleed
Cornelis Johannes van Leeuwen op 9 maart
1994.
Als "Instrumentenfabriek Van Leeuwen" hield
de onderneming daarna op te bestaan.
Verantwoording en dank
Graag betuigt de schrijver zijn dank aan de
zoons en neven Van Leeuwen, die waardevolle
gegevens verstrekten over de werkwijze van
hun vader, respectievelijk oom en over de pro
ducten van de Instrumentenfabriek Van Leeu
wen in Delft en Rucphen. Alleen hierdoor was
het mogelijk een indruk te krijgen van de pro
ductie, anders dan die van het door prof. Roe-
lofs uitgevonden zonneprisma. Ook de inmid
dels hoogbejaarde tekenaar A. de Klerk was
bereid herinneringen aan zijn vroegere Delftse
opdrachtgever op te halen.
P VAN LEEUWEN
16
35 De Klerk
36 Aardoom
Het ondernemings
logo "Van
Leeuwen, Delft",
vermoedelijk ter
gelegenheid van het
5-jarig bestaan van
de fabriek, op messing of bronzen plaat vergroot tot
ca. 30x30 cm2. Foto: J.H. van Leeuwen