den op de 28 contractarbeiders; de laatste van wege zijn betrokkenheid bij de vorige twee expedities. Zo wordt besloten om gebruik te maken van grote en kleine korjalen, dit omdat diverse watervallen alleen over land gepas seerd kunnen worden. De leiding neemt plaats in een van de kleinere korjalen, zodat zij het gebied eerder kunnen verkennen. Aan het eind van de regentijd (juli) kan niet worden voorko men dat een enkele boot, met een deel van de vracht, verloren gaat door foute maneuvres in de soms vervaarlijk woest stromende rivier. Voorbij Drietabbetje, in de buurt van Gran- bori, bewijzen slijpsporen de aanwezigheid van inheemsen in vroeger tijden. Tussen Granbori en Intelwa worden de eerste topografische me tingen verricht. Een grote granietklomp, de Teboe (440 meter), vormt het eerste baken van waar de omgeving in kaart kan worden ge bracht. Een paar dagen later beklimmen Franssen Herderschee en De Goeje de Mag neetrots, gelegen langs de rechteroever ter con trole van de metingen op de Teboe. In Intelwa kan De Goeje, hij spreekt de taal van de Wa- jana's, gegevens inwinnen over het verdere tra ject. Zo blijkt dat er langs de Palumeurivier zowel Trio's als Wajana's wonen. Na Intelwa, Kasikasima Bij het Kasikasima-massief wordt door De Goeje en Franssen Herderschee een provisorisch bivak ingericht en begint het kappen van een 3,5 km lang traject door dicht struweel, iets waarvoor twee dagen nodig zijn. De tocht lijkt vruchteloos wan neer 'de burcht' door steile wanden on neembaar lijkt. Maar een flinke klauter- partij langs lianen en takken biedt uiteindelijk toch een perspectief, als een uitloper opdoemt die wel beklimbaar voor komt. Een paar dagen later is het dan zover dat zich vanaf de top een weids panorama ontvouwt. Franssen Herderschee noteert in zijn verslag: 'Hetgeen we van daar zagen over trof al onze verwachtingen. Op 60 tot 80 km strekte zich van het Zuiden naar het Westen een hoog gebergte uit, dat naar het Noorden toe in verbinding moet staan met de Wilhelmi- naketen. De Kasikasima zelf, tegen welker steile met watergroeven doorploegde torens waar de expeditie tevens rust houdt voor informatie en ruilhandel, gaat de tocht verder over de Palumeu op weg naar de Kasikasima. Dit rots-massief heeft zeven toppen, waarvan de hoogste 720 meter is. 34 ,:A KASaiht* «OM.' Kasikasima-massief, bijgenaamd De Heerser. De laagste top links is de meetlokatie van Herderschee (470 m.). ïïMscbr, v. ti. Het Kasikasima kaartfragment van A. Franssen Herderschee (1904/1905) WB»9 VA.V A' f'KANSSJCJf fiiSKDERSCKKM J h so.wï?

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2016 | | pagina 36