Reacties
Bezoekers Kanaalweg 4 en depot TUDelft
2015-3 (Column: doe-opnames)
Graag wil ik nog wat meer zeggen over de
foto in DHC 2015-3: dat zijn zonder twijfel
adelborsten die in hun opleiding bootjesreis
maakten op een oorlogsschip zoals ikzelf in
1953 op Hr. Ms. Tromp. Daar was ergens in
de midscheeps een speciale kompas- en
kaartentafel beschikbaar. Drie van de jon
kers gaan gekleed in baadje en de vierde
(met het handlood) in overall. Natuurlijk
hadden ze allemaal hun pet op: Je kon toch
overal een meerdere tegen komen en dan
moest je toch kunnen groeten!
En dan nog wat aanvulling op de bijdrage
van Hans Ferwerda: Het misverstand over
mariniers en zeelieden is te verklaren uit de
vertaling van Mariners uit het Engels. Denk
bijvoorbeeld aan de "Notices to Mariners"
die in goed Nederlands worden genoemd
Berichten aan Zeevarenden. En mariniers
heten in het Engels Marines.
Ook bij de Koninklijke Marine was het ge
bruikelijk dat in elk geval de middagbreedte
met velen tegelijk werd gemeten. Dat was
beslist een hele ceremonie: de eerste officier
liet het aan de anderen over om te constate
ren dat HIJ ZAKT! En dan werd vergeleken
wat het resultaat was. Dat waren nog eens
tijden!!
Wigo van Gent
2015-4 (Randfiguren 10)
Wat kan de man met een Hollandse cirkel in
zijn hand meten, de andere hand losjes in
zijn zij? Waarom hebben wij bij de Hydro
grafische Dienst ons zo enorm ingespannen
om de theodoliet horizontaal te zetten en de
rand af te lezen met seconden en tienden
nauwkeurigheid? Het is nog een wonder dat
er zulke mooie stadsplattegronden uit
tevoorschijn kwamen, zoals die atlas De
Wit. De afgebeelde Hollandse cirkel mist
trouwens de opstaande vizieren, waarvan
ook niet duidelijk is waarom er daar meestal
twee van zijn, haaks op elkaar.
Wigo van Gent
NB De term Hollandse cirkel was van de
KB en de citerende redactie devalueerde het
instrument al tot een meetkruis.
Op woensdag 3 februari 2016 hebben de vrij
willigers (donateurs van DHC) Wim van
Beusekom, Joop Gravesteijn, Henk Schuringa
en Huib Ekkelenkamp in Delft een viertal zeer
geïnteresseerde bezoekers ontvangen. De groep
bestond uit Peter Louwman (directeur Louw
man Museum), Huib Zuidervaart (Huygens
Instituut), Tiemen Cocquyt (conservator
Museum Boerhaave) en GertJan Westerbeke
(klokkenmaker, Delft). Professor Albert van
Helden van de Universiteit Utrecht had zich
afgemeld.
Peter Louwmans is expert op het gebied van
telescopen uit de 17e en 18e eeuw, Huib Zuider
vaart houdt zich bezig met de geschiedenis van
de techniek tot het begin van de 19e eeuw.
Tiemen Cocquet, conservator van Museum
Boerhaave in Leiden, is een groot expert op het
gebied van de optica van historische instrumen
ten, zoals telescopen, microscopen, enz.
39