ft ft W ft M Aangezien Aardoom de serienummers noemde geef ik ze hier voor de volledigheid ook: de Van Leeuwen ZP4 heeft serienummer 36.51 220, de Wild Heerbrugg serienummer 1367. De Leica GSP3 is genummerd met 370489, maar dit betreft het productnummer, aangezien het bij beide aangeschafte exemplaren identiek was en ook in de hieronder genoemde prijslijs ten terug te vinden is. Verder zijn in de collec tie van de Hogeschool Utrecht een exemplaar van Wild met serienummer 1064 en een onge markeerd vroeg exemplaar aanwezig dat nog zonder de gekartelde ring, om het eenvoudig te kunnen verdraaien, is uitgevoerd (zie afbeel ding 2). Het betreft hier zo goed als zeker een exemplaar van Van Leeuwen, maar helaas ont breekt de doos en dus zijn fabrikant en het serienummer niet verifieerbaar. In de T2-hand- leidingen van Wild uit 1981 en Leica uit 1991 wordt een exemplaar getoond met serienum mer 11782.5 In de collectie van Jürg Dedual van de Virtual Archive of Wild Heerbrugg be vinden zich ook een aantal prisma's, waar onder één ZP4 van Van Leeuwen met serie nummer 465 161, een Wild-exemplaar met serienummer 15386 en een aantal exemplaren voor het nieuwe model T1 en T16, maar deze zijn zonder serienummers.6 Aardoom schreef in zijn artikel dat het Roelofs prisma tot circa 1980 verkrijgbaar bleef, maar dit moet minimaal 22 jaar langer het geval zijn geweest. Leica is namelijk pas op 2 april 1990 ontstaan uit het samensmelten van de firma's Wild Heerbrugg en Cambridge Instrument Company.7 Bovengenoemde Leica Wild T2- handleiding noemt het prisma nog in 1991 (het toont weliswaar een exemplaar uit 1981 of eer der), terwijl de Leica TPS serie pas in 1995 op de markt kwam.8 De laatste keer dat Leica de GSP3 op zijn prijslijst had staan was in april 2002.9 Tegenwoordig levert Leica nog slechts een enkelvoudig zonnefilter, de GVO13, waar mee slechts de zijkant van de zon aangemeten kan worden. Nieuwe exemplaren van het Roelofs-prisma zijn bij mijn weten nergens meer te vinden. Zoals uitvoerig beschreven door Aardoom be staat het beeld dat men ziet door een Roelofs prisma uit vier overlappende zonneschijven met in het midden ervan een ruitvormige don kere uitsparing. Aardoom schreef hierover dat deze een grootte had "...van 11" in december tot 75" in juni...". Theoretisch zal dit kloppen, maar in de praktijk is de grootte van deze ruit vormige uitsparing te regelen met de focus van de telescoop (zie afbeelding 3). In de afbeel ding zijn 3A en 3D expres overdreven onscherp gesteld, de eerste te dichtbij, de tweede voorbij het punt waarbij de telescoop op oneindig staat. De foto's 3B en 3C zijn beide ongeveer W v 0 0 3 2. Het Van Leeuwenprisma uit de collectie van de Hogeschool Utrecht (foto Henk Jongbloed) rn 1 1 m 3. De overlappende zonneschijven van het Roelofs prisma bij verschillende focussen (foto's auteur) 5 Met dank aan Henk Jongbloed voor het verstrekken van deze gegevens. Voor de T2-handleidingen zie: Wild Heerbrugg, Wi!dT2, Universal Theodolite with automatic index, Instructions for Use, (Heerbrugg, 1981), p. 44. Leica, Wild T2: Gebrauchsanweisung (Heerbrugg, 1991), pp. 38-39. 6 Mail Jürg Dedual d.d. 9 januari 2016 14:32 7 T. Scheele, 'Hoe Heinrich Wild zijn doel bereikte en nu Leica heet', in: Nederlands Geodetisch TijdschriftGeodesia32ejaargang, no. 10, oktober 1990, pp. 443-448 en 'History' pagina van Virtual Archive of Wild Heerbrugg: http://www.wild-heerbrugg.com/History.htm 8 'Leica Lanceert OSW', in: Geodesia,37ejaargang, No.3, maart 1995, pp. 33-34 9 Mail Jürg Dedual d.d. 9 januari 2016 22:43

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2016 | | pagina 5