goed gefocusseerd, maar net niet helemaal. Het
niet geheel correct focusseren heeft nauwelijks
invloed op de scherpte van het beeld dat via
het prisma wordt waargenomen, maar wel een
overduidelijk effect op de grootte van de ruit
vormige sparing. Pas bij extreme onscherpte
gaat het opvallen dat de zonneschijf niet in
focus is, maar zelfs dan is een goede waar
neming nog mogelijk. Voor de waarnemingen
stel ik de telescoop altijd zodanig in dat de
ruitvormige uitsparing klein genoeg is om
prettig waar te nemen, een methode die ik
tijdens de praktijklessen aan de tweedejaars
studenten van de opleiding Ocean Technology
(voorheen Hydrografie) van het MIWB nog
jaarlijks uitleg (zie afbeelding 4).
Bovengenoemde firma's, die Aardoom ook
noemde, waren niet de enige die het Roelofs
prisma op de markt hebben gebracht. Ook in
het Verenigd Koninkrijk zijn op Roelofs' uit
vinding gebaseerde prisma's geproduceerd.
Afbeelding 5 toont een dergelijk exemplaar, na
een kleine aanpassing, gemonteerd op een
Microptic #2 theodoliet uit circa 1970 van de
firma Hilger Watts.10 Het label in de bijbe
horende doos vermeldt dat het prisma bedoeld
was voor gebruik met een Tavistock-theodoliet,
de eerste Britse optische theodoliet die in twee
verschillende uitvoeringen, de één door Hilger
Watts, de ander door Cooke, Troughton
Simms, sinds begin jaren 30 werden geprodu
ceerd, maar waarvan het exemplaar van de
laatste daadwerkelijk Tavistock als modelnaam
kreeg (zie afbeelding 6).11 Cooke, Troughton
Simms noemden het prisma '4 image solar
attachment' en had als bestelnummer C1102.12
Onbekend is wanneer, in welke aantallen, en
tegen welke prijs dit prisma geproduceerd is.
De binnendiameter van het prisma (48.0 milli
meter) komt overeen met de objectiefdiameter
van de Tavistock-theodoliet in mijn collectie
(ook 48.0 millimeter). Het verschil met de con
tinentale exemplaren is dat bij het Britse exem
plaar de wiggen groter uitgevoerd zijn en dat
de onderlinge positie ervan eenvoudig veran
derd wordt door aan de voorste ring te draaien.
Dit laatste zorgt ervoor dat de vier zonnen niet
meer in een vast vierkant patroon staan, maar
een parallellogram kunnen vormen, zodat de
ruitvormige uitsparing tot een donkere streep
verwordt. Verder lijkt het prisma een vroeg
4
5. Hilger Watts Microptic #2 met zonneprisma
voor de Cooke, Troughton Simms Tavistock
theodoliet (foto Clive Sutherland)
4. Tweedejaars Ocean Technologystudenten van het
MIWB aan het werk met een Leica TCRA1101plus
Total Station en GSP3 Roelofsprisma in september
2015 (foto auteur)
10 De aanpassing bestaat uit een dunne metaalfolie om het verschil in diameter tussen objectief en prisma op te vangen. Met dank
aan Clive Sutherland voor het beschikbaarstellen van de foto.
11 E.R.L. Peake, 'The Tavistock Theodolite: A paper read at the Afternoon Meeting of the Society on 11 February 1929', in: The
Geographical Journal, Vol. 73, No. 6 (Jun, 1929), (1929), pp.513-519. G. Cheetham, 'The Tavistock Theodolite: A paper read with the
preceding paper at the Afternoon Meeting of the Society on 19 January 1931', in: The Geographical Journal, Vol. 77, No. 5 (May, 1931),
(1931), pp.442-447. E.W. Taylor, 'The 'Tavistock' transit theodolite', in: Transactions of the Optical Society, Vol. XXXII, 1930-31, No.2.,
(1931), pp. 45-60
12 Deze informatie is the vinden in de Part List and Specification Index (VI/CTS/4/2/27) in de Vickers Collection in het Borthwick
Institute (onderdeel van de University of York), Heslington, York, Verenigd Koninkrijk. Het staat daar vermeld onder Theodolites-
Tavistock3 m". Met dank aan Alison Brech, conservator van de collectie.