Het zonneprisma van Willson, een vergeten alternatief?
1450 tot 1900. Alle Europesche instrument
makers van enige betekenis worden voor het
voetlicht gebracht met veel achtergrondinfor
matie door Joh. A. Repsold, de oud-direkteur
van de "Feinmechanische Werkstatt für astro
nomische und geodatische Instrumente in
Hamburg". De informatiestroom blijft niet
alleen bij brochures, boeken, reclames en
presentaties bij wereldtentoonstellingen. Vanaf
1907 organiseert de Carl Zeissfabriek te Jena
bijvoorbeeld vakantiecursussen voor gebrui
kers van hun apparatuur. Vervolgens worden
de behandelde onderwerpen themagewijs ge
bundeld en gepubliceerd voor geïnteresseerden
die niet in Jena aanwezig konden zijn. Alles
overziend is het werk van Bion de aanzet ge
weest tot een proces dat nog tot in de huidige
tijd voortgang vindt.
Prof.dr.ir. Leen Aardoom
Het zonneprisma dat de Delftse hoogleraar
R. Roelofs in 1947 op zijn naam bracht werd
de oplossing van een probleem waarmee geo
deten, werkend in geografisch minder goed
ontsloten gebieden, destijds vaak werden ge
confronteerd: richtingsmeting naar de zon. In
de jaren 1929-1935 kadaster-landmeter in het
toenmalige Nederlands-Oost-Indië, kon Roe-
lofs erover meepraten. En, met hem, niet alleen
zijn collega's daar en elders, maar ook sterren
kundigen en met sextanten navigerende zee- en
luchtvaarders. Prof. Roelofs bedacht een be
trekkelijk eenvoudige optische methode om,
zonder dreigende oogschade, met een theodo
liet direct te kunnen richten op het middelpunt
van de zonneschijf en aldus de gebruikelijke
rekenkundige reconstructie van dat punt uit
metingen op de zonnerand te omzeilen. Daar
bij maakte hij gebruik van twee wigvormig
uitgevoerde prisma's, die onderling haaks in
een opzet-accessoir (het zonneprisma) in de
lichtweg geplaatst, naast het 'normale' beeld
van de zon, drie gelijke, maar optisch ver
plaatste (gedevieerde) beelden daarvan vorm-
den.1 Rekening houdend met de jaarlijkse vari
atie van de schijnbare diameter van de zon,
koos Roelofs 23' voor de deviatie d van beide
'wiggen'; zodanig dat de vier congruente beel-
koorde
53
Het zonneprisma van Roelofs met twee onderling
haaks brekende optische wiggen en vier elkaar
paarsgewijze overlappende zonnebeelden.
Uit: R. Roelofs, 1950
1 R. Roelofs, Astronomy applied to land surveying, Amsterdam 1950
De afstand van het middelpunt van een zonnebeeld
tot de gemeenschappelijke koorde in de overlap is
gelijk aan de helft van de wigdeviatie d.
Tekening: schrijver