den elkaar paarsgewijze altijd enigszins over lapten. Daarbij was de (hoek)afstand van de middelpunten van twee overlappende beelden tot hun gemeenschappelijke koorde (evenwij dig aan de brekende ribbe van de betreffende wig) in zo'n overlap, ongeacht de actuele schijnbare diameter van de zon, gelijk aan /d. In het rechthoekige stelsel van het 'koorden- kruis', dat door de haaks gemonteerde wiggen werd gevormd, kregen de middelpunten van de vier zonnebeelden dus de bolcoördinaten /d; zo ook het 'normale' beeld van de zon. Door nu de kruisdraden van een gehorizon- teerde theodoliet met dit (eveneens te horizon teren) 'koordenkruis' te laten samenvallen, werden de middelpuntscoördinaten van het 'normale' zonnebeeld getransformeerd naar het hoogte- en azimut-stelsel van de theodoliet: h /d, respectievelijk a /d.sech; al naar gelang in de gewone of doorgeslagen kijker stand werd gemeten. De 'koordenkruis-coördi- naten' d en d.sech - te beschouwen als excentriciteitscorrecties op de randaflezingen h en a - zouden in latere versies van het zonne- prisma door toevoeging van corrigerende opti sche componenten overbodig worden en voort aan gaven h en a direct plaatselijk gemeten zonnehoogte en -azimuth aan.2 Aldus samen gevat: het zonneprisma van Roelofs.3 .approximately circular objects, such as the suns disk Was prof. Roelofs niet de enige die de prakti sche problemen bij de richtingsmetingen naar de zon had ondervonden, hij was ook niet de eerste die naar een oplossing had gezocht. Zo had hij in mei 1947 bij de aanvraag van het Nederlandse octrooi4 gelegenheid zijn vinding te vergelijken met een "device for obtaining solar observations", waarop in september 1939 in Amerika patent was verleend aan Claude H. Wall, docent op het Department of Civil Engineering van de Ohio State University te Columbus. Dit5 betrof een aan de horizontale as van een theodoliet star te verbinden, achter het oculair geplaatst projectiesysteem, ter ver betering van de toen in de praktijk gangbare methode waarbij het zonnebeeld achter het oculair werd opgevangen op een doorgaans met de hand vastgehouden schermpje. De aan vraag, in mei 1948, van een Amerikaans patent op Roelofs' zonneprisma6 bevatte geen verwij zing naar Walls octrooi, en bij de behandeling kwam dat bij het U.S. Patent Office óók niet aan de orde. Wat toen echter wèl ter tafel kwam was dat Robert Wheeler Willson (1853-1922), emeritus hoogleraar in de sterrenkunde aan de Harvard Universiteit te Cambridge (Massachusetts), al in november 1921 patent had doen vragen op een methode waarbij de zon (of een ander cirkelvormig object) door middel van een conisch (kegelvormig) prisma werd afgebeeld als een ring waarvan het middelpunt samenviel met dat van genoemd object. Door geschikte keuze van de rotatie-symmetrische deviatie van het conische prisma zou het middelpunt van die ring als middelpunt van een kleine cirkel nauwkeurig aanmeetbaar worden. Wat de zon betreft, leek dit op de latere oplossing van Roelofs, in die zin dat diens beide breken de prisma's (wiggen) door Willson als het ware werden vervangen door een continue, in een kring gerangschikte reeks van 'elementair' smalle prisma's en Roelofs' donkere vierkantje door een cirkeltje! Als gevolg van de rotatie- symmetrie in Willsons voorstel was, anders dan bij Roelofs' asymmetrische opzet, geen 54 Rechte cirkelkegel- of conisch prisma met tophoek y. Tekening: schrijver 2 R. Roelofs, "Neue Methoden der Sonnenbeobachtung zur Orts- oder Azimutbestimmung", Zeitschrift für Vermessungswesen 1957, pp. 149-152 3 Zie verder: Leen Aardoom, "Het zonneprisma van Roelofs: de zon aanmeetbaar als een ster", De Hollandse Cirkel 17 nr. 4 (december 2015), pp. 140-145, en Nicolas de Hilster, "Het zonneprisma van Roelofs: aanvullend - desnoods kritisch - commentaar", De Hollandse Cirkel 18 nr. 1 (maart 2016), pp. 2-8 4 Nr. 64691, verleend 15/10-1949 5 http://www.uspto.gov/patents-application-process/search-patents (USPTO), nr. 2173545 6 USPTO, nr. 2506037

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2016 | | pagina 12