want achterin is de Verhandeling van Roeden en Landmaten van Knoop te vinden), de eerste drnk van Van Kerkwijks, Geodesie voor de Kadetten van alle Wapenen uit 1842, de eerste drnk van Van Lensens Landmeten en Water passen uit 1914, de tweede druk van Winds Landmeten, Waterpassen, Stroommeten nit 1923 en de derde druk van Beknopt Leerboek voor het Landmeten en Waterpassen door Hoedt en Kooy uit 1935.7 De diverse eerste drukken zijn uiteraard een bijzondere aanvulling, maar ook de derde en vierde druk van Schols zijn nu de vroegste werken van deze auteur in de collectie, net als Hoedts derde druk. Van Leusens eerste druk complementeerde de zeven Delftse drukken van zijn werk, waarvan zelfs het collegedictaat waaruit het werkje ontstaan is, zeg maar de nulde druk, niet ontbreekt.8 Winds tweede druk was reeds aanwezig in mijn collectie, maar het exemplaar van Het Leege Land was vreemd genoeg gedateerd 1923, terwijl het exemplaar in mijn collectie uit 1920 stamde. Nadere inspectie leerde dat het 1923-exem- plaar een dubbel voorwoord heeft: dat uit 1920 en het vrijwel identieke voorwoord uit 1923. Ook de titelpagina wijkt af in het exemplaar van 1923. De werken van Blassière en van Van Kerkwijk hebben een ex-libris van C. Koeman (zie af beelding). Dr.ir. C. Koeman behaalde het di ploma van Geodetisch Ingenieur in 1951, was in de jaren 50 wetenschappelijk (hoofd)ambte- naar aan de Technische Hogeschool te Delft en secretaris van Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde. In 1957 werd hij benoemd tot wetenschappelijk hoofdambtenaar-A aan de Rijksuniversiteit te Utrecht met als leeropdracht cartografie, geodesie en de geschiedenis van de cartografie, waar hij later ook hoogleraar zou worden.9 Zijn Engelstalige dissertatie Collecti ons of Maps and Atlases in the Netherlands: Their history and present state, (Leiden, 1961), was de voorloper van zijn alom gewaardeerde werk Atlantes Neerlandici, Volumes I-VI, (Am sterdam, 1967-1985). Het ex-libris lijkt in sterke mate op dat van het Landmeetkundig Gezel schap Snellius, dat kort na de tweede wereld oorlog werd geïntroduceerd.10 Wapperoms Het werk van Morgenster en Knoop bevat wel iswaar geen ex-libris, maar is gesigneerd door ene J. Wapperom. Raymond had al eens onder zoek naar deze landmeter gedaan, waarvan de redactie in 2011 reeds melding maakte,11 en had ontdekt dat er rond 1830 sprake was van ene H. Wapperom, maar meende dat alle ver wijzingen van rond die tijd betrekking hadden op J. Wapperom. Jan Wapperom kreeg zijn ad missie als landmeter op 19 april 1768 te Papen- drecht.12 Hij wordt voor het eerst genoemd in 64 Het ex-libris van C. Koeman (links) en het embleem van L.G. Snellius van na 1940 7 J.J. Blassière, Inleiding tot de Beschouwende en Werkdaadige Meetkunde: En het gebruik van dezelve in het Landmeeten, Waaterpassen enz. Op eene Nieuwe en Eenvoudige manier voorgesteld en betoogdEerste Deel, ('s-Gravenhage, 1776). J. Morgenster, J.H. Knoop, Werkdadige Meetkonst, Tonende Klaar en beknopt, hoe dat al 't gene een Ingenieur en Landmeter te meten voorvallen kan, wiskonstig met en zonder Hoekmeting, door de minste moeite gemeten word; Hier by is gevoegt Een Verhandeling van Roeden en Landmaten in de voornaamste Plaatzen van de Zeven Vereenigde Provintien, en eenige andere daar omtrent leggende Plaatzen, gebruikelyk. (Leeuwarden, 1784). G.A. van Kerkwijk, Geodesie voor de Kadetten van alle Wapenen: Wiskundige Leer-cursus ten gebruike Der Koninklijke Militaire Akademie, (Breda, 1842). H.J. van Leusen, Landmeten en Waterpassen (Delft, 1914). F. Wind, Landmeten, Waterpassen, Stroommeten (Amsterdam, 1923). G.E. Hoedt, K. Kooy, Beknopt Leerboek voor het Landmeten en Waterpassen, (Amsterdam/Batavia/Paramaribo, 1935) 8 Daarnaast zijn van Van Leusen onder dezelfde titel nog tenminste zeven drukken in Zwolle verschenen. 9 'Dr.ir. Koeman hoogleraar', in: Geodesia, 10ejaargang,nr.12 (december, 1968), p. 310 10 Adri den Boer, 'Bij een Jacobsstaf in een gevelornament te Krommenie', in: De Hollandse Cirkel, Jaargang 7, nr. 2, (2005), pp. 30-31 11 'Vraag rond landmeter Jan Wapperom', in: De Hollandse Cirkel, Jaargang IS, nr. I, (maart 2011), p. 22 12 E. Muller, K. Zandvliet (eds.), Admissies als Landmeter in Nederland voor 1811. Bronnen voor de geschiedenis van de landmeetkunde en haar toepassing in administratie, architectuur, kartograhe en vesting- en waterbouwkunde (Alphen aan den Rijn, 1987), p. 181

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2016 | | pagina 22