Aan de zuidmuur van de kerk van Easterlittens (Fr.) werden bij de restauratie van 1993-1994 drie haken ontdekt. In een bergruimte in de kerk werden drie ijzeren meetkettingen gevon den die ooit daaraan gehangen moeten hebben. Nu hangen ze er weer.10 Zij zijn iets verschil lend van lengte en tellen elk elf schalmen. Bij twee daarvan is de tussenring tussen de vijfde en zesde schalm groter dan de andere. De ket tingen waren oorspronkelijk blijkbaar twaalf schalmlengten lang. De schalmlengten bedra gen (afgerond) 34, 33 en 32^ cm. Een geschrift dat naar alle waarschijnlijkheid toegeschreven kan worden aan Walterus En- chusen, die als regulier kanunnik van het klooster Thabor bij Sneek genoemd wordt in de jaren 1500-1529, vermeldt dat an oesterle- tenser karck staen 3 roeden gheteikent sonder f r I naem.11 De lengte van die roeden wordt uitge drukt in de Aberder roede van 12 voeten, d.w.z. de maat van Thabor. Daarnaast worden nog zestien andere, met name genoemde roe den uit Westergo in de Thabor-roede uitge drukt, die alle 12 voeten lang waren. Van dat zestiental is alleen de roede van Heeg bekend, uit een bron echter van ca. 1812, zodat maat- verschil zeker niet ondenkbaar is.12 Berekening van de drie voeten van de kerk van Easterlit- tens met deze Heegter roede levert voetmaten op van 340,4, 327,6 en 324,4 mm, maten die vrijwel te corresponderen met de bovenge noemde schalmlengten. De Koudumer roede komt dan echter uit op 4,764 m, of 12 voeten van 397,0 mm, wat een abnormaal grote voet maat is. Wanneer deze roede vereenzelvigd mag worden met de hierboven genoemde Frie se dijkroede van 16 houtvoeten en dié roede als uitgangspunt wordt genomen voor de berekening, dan levert dat 1,8 a 2,0 mm kleinere voetma ten op (zie bijgaande tabel). Het lijkt er op, dat de in de kerk muur van Easterlit- tens gehakte roede- maten in later tijd, toen het metselwerk vernieuwd moest worden, vervangen zijn door de meetket- tingen. Volgens M.A. Holtman e.a. betreft het de roede van de lage buitenlanden (bij Easterlittens), de Friese koningsroede respectievelijk de Baarderadeelse roede.13 104 Ik t |t Ketting van de Friese dijkroede, in bezit van en opgesteld in het Fries Museum in Leeuwarden 10 M.A. Holtman, 'Lengtematen op kerkmuur aangebracht', Meten wegen, orgaan van de Vereniging van Verzamelaars van Maten en Gewichten, 1995, p. 2189-2190; Philippus van der Meiden, 'Roedematen van kerk Easterlittens maanden tot eerlijk meten', Leeuwarder Courant, 15 februari 1996, p. 18; Henk Holsbrink, '"Boazumer mjitte" en Letenser roede', in: De Hollandse Cirkel 2008-1, p. 30-33; Pieter van Gunst et al. (red), De St. Margryt van Easterlittens; 'ziet nu vernieuwt deezkerk', Easterlittens 2011, p. 90-91 11 R. Steensma, Het klooster Thabor bij Sneek en zijn nagelaten geschriften, Proefschrift Leeuwarden 1979, p. 291-292; M.A. Holtman, Meten en wegen in Friesland, Uithuizen 1994, p. 99-100 12 Tableau (noot 9) 13 Holtman (noot 10), p. 2190; Van der Meiden (noot 10); Holsbrink (noot 10), p. 32; Van Gunst (noot 10), p. 91

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2016 | | pagina 14