Het Hoogheemraadschap Rijnland bezit een
ketting die bewaard wordt in het voormalige
Gemeenlandshuis in Spaarndam. Deze telt
tachtig schalmlengten met om de twintig
schalmen een grote tussenring en om de vier
schalmen een kleinere tussenring met tong. De
totale lengte bedraagt 19,96 m, zodat de
schalmlengte vrijwel 25 cm is. Vier van die
lengten is een meter; deze ketting dateert dus
van na de invoering van de meter (1821).
Een merkwaardige meetketting wordt bewaard
in het depot van het Museum Boerhaave in
Leiden. Hoewel de kettinglengte, (nagenoeg)
22,60 m, vrijwel precies 72 Rijlandse voeten of
6 Rijnlandse roeden bedraagt, heeft de schalm-
lengte geen relatie met de Rijnlandse maat. De
ketting telt namelijk honderd schalmen. Zij
haken in elkaar, maar na elke twee schakels
komt een kleine tussenring en na elke tien een
grotere. De lengte van de ketting zou 80 voe
ten van (ca) 282,5 mm kunnen zijn of 75 van
(ca) 301,33 mm. In het eerste geval zou het de
Amsterdamse voet kunnen betreffen, die
283,133 mm lang is en verdeeld in 11 duimen.
Dan zou de ketting 880 duimen lang zijn, wat
niet waarschijnlijk lijkt. In het andere geval
zou het om de Blooise voet van 300,22 a
301,51 mm gaan, die 12 duimen per voet telde
en in Zeeland gebruikelijk was. De schalm-
lengte zou dan 9 Blooise duimen zijn.
Meestal in depots
Verscheidene musea bezitten metrieke meet-
kettingen, maar meestal in de depots. Dat geldt
niet voor de meetketting in het museum De
Koperen Knop in Hardinxveld-Giessendam
van twintig schalmlengten van 50 cm en voor
de ketting van het Gorcums Museum, die te
bezichtigen is in het Waterliniemuseum in Fort
Vechten bij Bunnik.
Over de auteur
Gerrit Berends (Arnhem 1931) studeerde
bouwkunde (richting restauratie) aan de T.H. in
Delft en was van 1963 tot 1996 als bouw-
historicus werkzaam bij de toenmalige Rijks
dienst voor de Monumentenzorg. Hij bereidt
een boek voor over de vroegere voet-, roede
en mijlmaten in Nederland.
105
Plaats
Gegevens van Walterus Enchusen, regulier kanunnik in het klooster Thabor bij Sneek
(genoemd in de periode 1500-1529)
Naam
lengte in Aberder
lengte berekend naar
voeten, duimen en lijnen
de roedemaat van Heeg
de Friese dijkroede van
16 hv voor Koudum
v
d
l
l
totaal
roede
m
aant.
v/r
voet
mm
roede
m
aant.
v/r
voet
mm
Koudum
Couder
15
6
0
2232
4,764
12
397,0
4,736
16
296
Easterlittens
(Oosterlittens)
Oester-
letenser
karck
13
12
12
3
9
8
6
6
0
1914
1842
1824
4,085
3,931
3,893
12
12
12
340,4
327,6
324,4
4,061
3,908
3,870
12
12
12
338.4
325,7
322.5
Heeg
Haechster of
Wymmer-
ster
12
3
1
1765
3,767
12
313,9
3,745
12
312,1
Thabor (klooster
bij Sneek)
Aberder
roed
12
0
0
1728
3,688
12
307,3
3,667
12
305,5
De vroegere roedematen aan de Oesterletenser karck, de kerk van Easterlittens, berekend aan de hand van
de bekende maten van Heeg en de Friese dijkroede voor Koudum