De papieren landmeter (of: de boekhouder van het Kadaster) Zacharias Klaasse Inleiding en verantwoording a. Na de publicaties over de hypotheekbewaar ders en de beëdigde klerken (te bestellen via: zacharias.klaasse@kadaster), vragen ook de boekhouders van het Kadaster (1893 1962) de aandacht. b. De gegevens over benoemingen, verplaat singen en ontslagen heb ik voornamelijk gevonden in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, Jaarboekjes voor de ambtenaren der rijksbelastingen, benoe mingsbesluiten die aanwezig zijn in het Ka dastermuseum, gedigitaliseerde dagbladen, enz. Verdere gegevens over eerdere functies, overlijdensdata e.d. zijn eveneens in ge noemde bronnen gevonden. De landmeters voor de kantoordienst Twee soorten landmeters De landmeters van het Kadaster hadden oor spronkelijk de taak van de kadastrering (1812 1832), en later van de bijhouding. Er waren op den duur twee soorten landmeters: die hun werkzaamheden hoofdzakelijk te vel de verrichtten die hun taak ten kantore hadden, de zoge noemde "landmeters voor de kantoordienst". Taak van de landmeters voor de kantoordienst Volgens de "Algemeene instructie voor de ambtenaren van het Kadaster" van 1869 had den de landmeters voor de kantoordienst de volgende taken: de bijwerking van de kadastrale boek houding; het (deels) invullen en controleren van de metingsstaten; het vervaardigen van uittreksels voor het pu bliek van de kadastrale stukken en het mede ondertekenen van uittreksels uit de kadastrale kaart; het opmaken van staten van de vergoeding die gemeentebesturen verschuldigd zijn voor de bijwerking van de kadastrale kaarten van de gemeente; het opgeven aan de ingenieur-verificateur van hun verdiensten betreffende het bijwerken van de gemeenteleggers, het vernieuwen van de kadastrale kaarten van de gemeente, grensreconstructies en andere metingen op verzoek van belanghebbenden. Deze werkzaamheden waren vooral geschikt voor beginnende landmeters. Zij konden het kadastrale systeem daardoor leren kennen. Ook voor oudere landmeters was het werken "voor de kantoordienst" aantrekkelijk, vooral als de last der jaren een belemmering ging vor men voor het werk te velde met alle reizen en onder soms ongunstige weersomstandigheden. Tussen vier muren Landmeters waren gewend hun eigen werk te regelen en konden soms moeilijk wennen aan het opgesloten zitten tussen vier muren. Dat gaf op kantoor soms aanleiding tot onverkwik kelijke toestanden. Een greep uit de correspondentieregisters: Kadaster Groningen 20-8-1860: Omtrent het gedrag van landmeter Van den Bosch wordt meegedeeld: a. Dat hij op kantoor zijn werk doet; b. Dat hij om 4 uur het kantoor verlaat om jenever te gaan drinken; c. Dat hij om 5 uur gaat eten; d. Dat hij daarna gaat slapen; e. Dat hij vervolgens een logement aan de Heerestraat bezoekt; f. Dat hij doorgaans om half 12 thuis komt; g. Dat hij op straat gevallen zou zijn, doch dat algemeen aangenomen wordt dat hij niet gevallen is; h. Dat hij zich bezeerd heeft op een locatie waarvan het een raadsel is hoe hij daar kwam; hij is door een vigilante thuisge bracht; i. Dat de geruchten voor waarheid gehouden moeten worden "dat hij besmet is door eene ziekte waarover ieder afschuw moet gevoe len"; j. Dat verdere gegevens mogelijk door land meter Barenbroek kunnen worden gegeven 95

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2016 | | pagina 5